Dutch

Detailed Translations for bleuheid from Dutch to French

bleuheid:

bleuheid [znw.] nomen

  1. bleuheid
    la timidité

Translation Matrix for bleuheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
timidité bleuheid bedeesdheid; beschroomdheid; eenkennigheid; geslotenheid; schroom; schroomvalligheid; schuchterheid; schuwheid; timiditeit; verlegenheid

Related Words for "bleuheid":


bleu:


Translation Matrix for bleu:

NounRelated TranslationsOther Translations
timoré angsthaas; bangerd; bangerik; hazenpoot
ModifierRelated TranslationsOther Translations
complexé bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
craintif bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen angstig; bang; bevreesd; in angst; kopschuw; schichtig; schrikachtig; schuw; verschrikt; vreesachtig
d'un air embarrassé bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
embarrassé bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen beschaamd; gegeneerd; krukkig; onbeholpen; ongemakkelijk; onhandig; opgelaten; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
farouche bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen kopschuw; ongetemd; ruig; ruw; schuw; wild; woest
gêné bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen gegeneerd; krap bij kas; oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk; onthand
inhibé bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen geremd; ingehouden
timide bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen geremd; ingehouden; schichtig; schrikachtig; vreesachtig
timoré bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen angstig; bang; bevreesd; in angst; schichtig; schrikachtig; verschrikt; vreesachtig

Related Words for "bleu":