Dutch
Detailed Translations for blundert from Dutch to French
blundert form of blunderen:
-
blunderen
gaffer; commettre une bévue-
gaffer verb (gaffe, gaffes, gaffons, gaffez, gaffent, gaffais, gaffait, gaffions, gaffiez, gaffaient, gaffai, gaffas, gaffa, gaffâmes, gaffâtes, gaffèrent, gafferai, gafferas, gaffera, gafferons, gafferez, gafferont)
-
commettre une bévue verb
-
Conjugations for blunderen:
o.t.t.
- blunder
- blundert
- blundert
- blunderen
- blunderen
- blunderen
o.v.t.
- blunderde
- blunderde
- blunderde
- blunderden
- blunderden
- blunderden
v.t.t.
- heb geblunderd
- hebt geblunderd
- heeft geblunderd
- hebben geblunderd
- hebben geblunderd
- hebben geblunderd
v.v.t.
- had geblunderd
- had geblunderd
- had geblunderd
- hadden geblunderd
- hadden geblunderd
- hadden geblunderd
o.t.t.t.
- zal blunderen
- zult blunderen
- zal blunderen
- zullen blunderen
- zullen blunderen
- zullen blunderen
o.v.t.t.
- zou blunderen
- zou blunderen
- zou blunderen
- zouden blunderen
- zouden blunderen
- zouden blunderen
diversen
- blunder!
- blundert!
- geblunderd
- blunderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
blunderen (begaan van een blunder)
Translation Matrix for blunderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bévue | begaan van een blunder; blunderen | abuis; blunder; domheid; dwaling; enormiteit; flater; fout; giller; misgreep; misrekening; misschot; misser; misslag; misstap; misverstand; onderuitgaan; vergissing |
gaffe | begaan van een blunder; blunderen | abuis; blunder; bootshaak; domheid; dwaling; enormiteit; flater; fout; giller; misgreep; misslag; schippershaak; vaarboom; vergissing |
Verb | Related Translations | Other Translations |
commettre une bévue | blunderen | |
gaffer | blunderen |