Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. blunderen:


Dutch

Detailed Translations for blundert from Dutch to French

blundert form of blunderen:

blunderen verb (blunder, blundert, blunderde, blunderden, geblunderd)

  1. blunderen
    gaffer; commettre une bévue
    • gaffer verb (gaffe, gaffes, gaffons, gaffez, )

Conjugations for blunderen:

o.t.t.
  1. blunder
  2. blundert
  3. blundert
  4. blunderen
  5. blunderen
  6. blunderen
o.v.t.
  1. blunderde
  2. blunderde
  3. blunderde
  4. blunderden
  5. blunderden
  6. blunderden
v.t.t.
  1. heb geblunderd
  2. hebt geblunderd
  3. heeft geblunderd
  4. hebben geblunderd
  5. hebben geblunderd
  6. hebben geblunderd
v.v.t.
  1. had geblunderd
  2. had geblunderd
  3. had geblunderd
  4. hadden geblunderd
  5. hadden geblunderd
  6. hadden geblunderd
o.t.t.t.
  1. zal blunderen
  2. zult blunderen
  3. zal blunderen
  4. zullen blunderen
  5. zullen blunderen
  6. zullen blunderen
o.v.t.t.
  1. zou blunderen
  2. zou blunderen
  3. zou blunderen
  4. zouden blunderen
  5. zouden blunderen
  6. zouden blunderen
diversen
  1. blunder!
  2. blundert!
  3. geblunderd
  4. blunderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

blunderen [znw.] nomen

  1. blunderen (begaan van een blunder)
    la gaffe; la bévue

Translation Matrix for blunderen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bévue begaan van een blunder; blunderen abuis; blunder; domheid; dwaling; enormiteit; flater; fout; giller; misgreep; misrekening; misschot; misser; misslag; misstap; misverstand; onderuitgaan; vergissing
gaffe begaan van een blunder; blunderen abuis; blunder; bootshaak; domheid; dwaling; enormiteit; flater; fout; giller; misgreep; misslag; schippershaak; vaarboom; vergissing
VerbRelated TranslationsOther Translations
commettre une bévue blunderen
gaffer blunderen

Related Words for "blunderen":