Dutch

Detailed Translations for bokkigheid from Dutch to French

bokkigheid:

bokkigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de bokkigheid
    l'obstination

Translation Matrix for bokkigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
obstination bokkigheid aanhouden; eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid; halsstarrigheid; hardhoofdigheid; hardnekkigheid; koppigheid; stijfhoofdigheid; stijfkoppigheid; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; verhardheid; verstoktheid; volhardendheid; volharding; weerbarstigheid; weerspannigheid

Related Words for "bokkigheid":


bokkigheid form of bokkig:


Translation Matrix for bokkig:

NounRelated TranslationsOther Translations
entêté stijfhoofd; stijfkop
grincheux chagrijn; chagrijnen; spelbreker; zuurpruim; zuurpruimen
rebelle herrieschopper; muiter; oproerkraaier; opstandeling; opstandelinge; rebel; rebelle; rustverstoorder; stokebrand
récalcitrant weigeraar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bourru bokkig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
buté bokkig; koppig eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
contrariant bokkig; koppig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig
de bouc bokkig
entêté bokkig; koppig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
grincheux bokkig aangebrand; beklagend; brommerig; chagrijnig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; misnoegd; mopperig; negatief; nors; nukkig; nurks; ontevreden; ontstemd; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig; zeurderig
grossier bokkig aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; amoreel; banaal; boers; bot; dorps; grof; hufterig; immoreel; indiscreet; laag-bij-de-grond; lomp; obsceen; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onbetamelijk; onelegant; onfatsoenlijk; ongegeneerd; ongehoord; ongelikt; ongemanierd; ongepast; onhebbelijk; onhoffelijk; onkies; onopgevoed; onvertogen; onvriendelijk; onwelvoegelijk; onzedelijk; onzedig; ordinair; plat; platvloers; plomp; respectloos; schofterig; schuin; schunnig; triviaal; verkeerd; vies; vlegelachtig; volks; vulgair; vunzig; zedeloos
inflexible bokkig; koppig koppig; onbuigbaar; onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; streng; strikt; stringent; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
insoumis bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
insubordonné bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
obstiné bokkig; koppig aanhoudend; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; voortdurend; weerbarstig
rebelle bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig baanbrekend; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; rebellerend; revolutionair; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
revêche bokkig; koppig grimmig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; verbeten; weerbarstig; weerspannig
récalcitrant bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; onbuigzaam; ongehoorzaam; ongezeglijk; onhandelbaar; onverzettelijk; onwillig; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
réticent bokkig; koppig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
têtu bokkig; koppig eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Related Words for "bokkig":