Dutch

Detailed Translations for bonter from Dutch to French

bont:

bont [het ~] nomen

  1. het bont (vacht; pels)
    la pelage; la fourrure; la toison; le poil

Translation Matrix for bont:

NounRelated TranslationsOther Translations
fourrure bont; pels; vacht halsbontje; pels
panaché bier met limonade; sneeuwwitje
pelage bont; pels; vacht huid; vel
poil bont; pels; vacht huid; stoppel; vel
toison bont; pels; vacht haarbos; haardos
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bariolé bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig dwaas; gekleurd; idioot; kleurig; onbezonnen
colorié bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig
coloré bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig bloeiend; fleurig; gebloemd; gekleurd; hooggekleurd; kleurig; kleurrijk
multicolore bont; bontgekleurd; fleurig; kakelbont; kleurig; kleurrijk; veelkleurig bloeiend; fleurig; gebloemd; gekleurd; hooggekleurd; kleurig; kleurrijk
panaché bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig
polychrome bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig
riche de couleur bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig

Related Words for "bont":

  • bontheid, bonten, bonter, bontere, bontst, bontste, bonte

Wiktionary Translations for bont:

bont
adjective
  1. Se dit d’un ensemble d’éléments disparates et tranchants qui manquer d’harmonie.
  2. Qui est de plusieurs couleurs.
noun
  1. L’hermine et le vair.

Cross Translation:
FromToVia
bont vivide; brillant bright — vivid
bont fourrure fur — hairy coat of a mammal, especially when fine, soft and thick
bont multicolore multicolor — having many colours
bont peau skin — skin of an animal used by humans
bont bigarré; multicolore variegated — streaked or spotted with a variety of colours
bont fourrure Pelz — behaartes Tierfell