Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. buitenlandse:
  2. buitenlands:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for buitenlandse from Dutch to French

buitenlandse:

buitenlandse [znw.] nomen

  1. buitenlandse (vreemdelinge)
    l'étrangère; l'étranger; l'inconnu; l'inconnue

Translation Matrix for buitenlandse:

NounRelated TranslationsOther Translations
inconnu buitenlandse; vreemdelinge allochtoon; buitenlander; onbekende; vreemde; vreemdeling
inconnue buitenlandse; vreemdelinge allochtoon; buitenlander; onbekende; vreemde; vreemdeling
étranger buitenlandse; vreemdelinge allochtoon; buitenland; buitenlander; eigenaardig land; onbekende; vreemd land; vreemde; vreemdeling
étrangère buitenlandse; vreemdelinge allochtoon; buitenlander; onbekende; vreemde; vreemdeling
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
inconnu anoniem; naamloos; onbekend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
étranger apart; bijzonder; bizar; buitenissig; buitenlands; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; uit een vreemd land; uitheems; uitlandig; vreemd; vreemdsoortig; zonderling

Related Words for "buitenlandse":


Wiktionary Translations for buitenlandse:


Cross Translation:
FromToVia
buitenlandse étrangère; étranger foreigner — person in a foreign land

buitenlands:


Translation Matrix for buitenlands:

NounRelated TranslationsOther Translations
extérieur aangezicht; aanzien; buitenkant; buitenste; buitenzijde; exterieur; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
étranger allochtoon; buitenland; buitenlander; buitenlandse; eigenaardig land; onbekende; vreemd land; vreemde; vreemdeling; vreemdelinge
ModifierRelated TranslationsOther Translations
extérieur buitenlands; uit een vreemd land extern; uiterlijk; uitwendig; uitwonend
à l'extérieur buitenlands; uitlandig in de natuur; op het land; te velde
à l'étranger buitenlands; uitlandig buitenslands
étranger buitenlands; uit een vreemd land; uitlandig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling

Related Words for "buitenlands":


Wiktionary Translations for buitenlands:

buitenlands
adjective
  1. Qui vient d’un autre pays.
  2. Relatif à ce qui vient de l’extérieur.

Cross Translation:
FromToVia
buitenlands étranger; étrangère foreign — from a different country
buitenlands étranger strange — belonging to another country, foreign
buitenlands étranger ausländisch — auf das Ausland bezogen oder sich auf das Ausland beziehend, in der Art und Weise des Auslandes; im Ausland ansässig, aus diesem stammend

Related Translations for buitenlandse