Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. conducteurs:
  2. conducteur:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for conducteurs from Dutch to French

conducteurs:

conducteurs [de ~] nomen, plural

  1. de conducteurs
    le conducteurs

Translation Matrix for conducteurs:

NounRelated TranslationsOther Translations
conducteurs conducteurs automobilisten; bestuurders; chauffeurs

Related Words for "conducteurs":


conducteur:

conducteur [de ~ (m)] nomen

  1. de conducteur (tramconducteur)
    le receveur de tram; le receveur
  2. de conducteur (controleur; treinconducteur)
    le contrôleur; l'inspecteur; l'examinateur; l'inspectrice

Translation Matrix for conducteur:

NounRelated TranslationsOther Translations
contrôleur conducteur; controleur; treinconducteur controleur; controller; inspecteur; keurmeester; opzichter; opziener
examinateur conducteur; controleur; treinconducteur examinator; onderzoeker; tester; vorser
inspecteur conducteur; controleur; treinconducteur algemeen inspecteur; controleur; gecommitteerde; gemachtigde; gevolmachtigde; inspecteur; inspecteur generaal; keurmeester
inspectrice conducteur; controleur; treinconducteur inspectrice; toezichthoudster
receveur conducteur; tramconducteur
receveur de tram conducteur; tramconducteur

Related Words for "conducteur":


Related Definitions for "conducteur":

  1. wie in de trein de kaartjes controleert1
    • de conducteur maakte een knip in het kaartje1

Wiktionary Translations for conducteur:

conducteur
noun
  1. een medewerker van de spoorwegen die reizigers op vervoersbewijzen controleert en de orde in de trein of tram dient te bewaren

Cross Translation:
FromToVia
conducteur conducteur conductor — person who takes tickets on public transportation