Dutch

Detailed Translations for dikheid from Dutch to French

dikheid:

dikheid [de ~ (v)] nomen

  1. de dikheid
    la grosseur; l'épaisseur

Translation Matrix for dikheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
grosseur dikheid bobbel; buil; bult; dikte; knobbel; lijvigheid
épaisseur dikheid band; binding; dikte; dikvloeibaarheid; gebondenheid; het gebonden zijn; lijvigheid

Related Words for "dikheid":


dik:

dik [het ~] nomen

  1. het dik (droesem; drab; grondsop; )
    le sédiment; le résidu; le dépôt

Translation Matrix for dik:

NounRelated TranslationsOther Translations
dépôt bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel aandeel; afgifte; aflevering; afstaan; afzetting; arsenaal; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; bewaring; bezorging; bijdrage; deposito; depot; geldzending; geleverde; in bewaring geven; inbreng; indiening; leverantie; levering; ligopslagplaats; loods voor vervoermiddelen; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; pakhuis; presentatie; provisiekamer; provisiekast; remise; toevertrouwen; tuighuis; uitlevering; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; wapenkamer; warenhuis; zadelkamer
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
gras olie; reuzel; smeer; vet
grosse gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk; grosse
résidu bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; zetsel
sédiment bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
gras dik; lijvig; vet; zwaar van lijf smeerachtig; vet; vethoudend; vetrijk; vettig
- corpulent; dicht; ruim; zwaarlijvig
OtherRelated TranslationsOther Translations
dépôt bewaarplaats
ModifierRelated TranslationsOther Translations
adipeux corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig vethoudend; vetrijk
corpulent corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig vet; vetlijvig; vettig
corpulente dik; lijvig; vet; zwaar van lijf
fort corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; danig; degelijk; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer
grasse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf moddervet
gros corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig groot; lijvig; omvangrijk; vet; vettig; volumineus
grosse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf in verwachting; lijvig; omvangrijk; volumineus; zwanger
lourd corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig benauwd; broeierig; geladen; lastig; lomp; machtig; met een groot gewicht; moeilijk; moeilijk verteerbaar; niet makkelijk; onelegant; ongemakkelijk; opladen van een geweer; plomp; slecht verteerbaar; vet; vettig; zwaar; zwoel
obèse corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig vet; vetlijvig; vettig
volumineux dik ampel; breed; breedvoerig; fors; lijvig; omstandig; omvangrijk; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uit de kluiten gewassen; uitgebreid; uitvoerig; vet; vettig; volumineus
épais corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig dicht; dicht opeen; dik vloeibaar; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus
épaisse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf vet; vettig

Related Words for "dik":


Synonyms for "dik":


Antonyms for "dik":


Related Definitions for "dik":

  1. erg breed of met een grote omvang1
    • mijn zus is de laatste tijd erg dik1
  2. zonder veel tussenruimte1
    • zij heeft een dikke bos haar1
  3. weinig vloeibaar1
    • de saus is dik1
  4. niet precies, maar met iets erbij1
    • je krijgt een dikke tien!1

Wiktionary Translations for dik:

dik
adjective
  1. een naar verhouding grote dwarsdoorsnede hebbend
  2. de genoemde dwarsdoorsnede hebbend
  3. een naar verhouding grote lichaamsomvang hebbend
  4. ruim
  5. hecht
  6. nauw aaneengesloten
  7. weinig vloeibaar
dik
adjective
  1. épais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.
  2. Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.
  3. Qui a une certaine mesure dans la dimension transversale.

Cross Translation:
FromToVia
dik gros bulky — large in size, mass, or volume
dik épais deep — thick in a vertical direction
dik gros fat — carrying a larger than normal amount of fat on one's body
dik épais fat — thick
dik rond; ronde round — plump
dik épais; gros thick — relatively great in extent from one surface to another
dik épais thick — heavy in build
dik épais thick — having a viscous consistency
dik copains comme cochons thick — friendly, intimate
dik épais thick — in a thick manner
dik épais thick — thickly