Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. distilleren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for distilleren from Dutch to French

distilleren:

distilleren verb (distilleer, distilleert, distilleerde, distilleerden, gedistilleerd)

  1. distilleren (stoken)
    distiller
    • distiller verb (distille, distilles, distillons, distillez, )

Conjugations for distilleren:

o.t.t.
  1. distilleer
  2. distilleert
  3. distilleert
  4. distilleren
  5. distilleren
  6. distilleren
o.v.t.
  1. distilleerde
  2. distilleerde
  3. distilleerde
  4. distilleerden
  5. distilleerden
  6. distilleerden
v.t.t.
  1. heb gedistilleerd
  2. hebt gedistilleerd
  3. heeft gedistilleerd
  4. hebben gedistilleerd
  5. hebben gedistilleerd
  6. hebben gedistilleerd
v.v.t.
  1. had gedistilleerd
  2. had gedistilleerd
  3. had gedistilleerd
  4. hadden gedistilleerd
  5. hadden gedistilleerd
  6. hadden gedistilleerd
o.t.t.t.
  1. zal distilleren
  2. zult distilleren
  3. zal distilleren
  4. zullen distilleren
  5. zullen distilleren
  6. zullen distilleren
o.v.t.t.
  1. zou distilleren
  2. zou distilleren
  3. zou distilleren
  4. zouden distilleren
  5. zouden distilleren
  6. zouden distilleren
en verder
  1. is gedistilleerd
  2. zijn gedistilleerd
diversen
  1. distilleer!
  2. distilleert!
  3. gedistilleerd
  4. distillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

distilleren [znw.] nomen

  1. distilleren (aftrekken)
    la distillation

Translation Matrix for distilleren:

NounRelated TranslationsOther Translations
distillation aftrekken; distilleren distillatie
VerbRelated TranslationsOther Translations
distiller distilleren; stoken branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien

Wiktionary Translations for distilleren:


Cross Translation:
FromToVia
distilleren distiller destillieren — Flüssigkeiten durch Verdampfen und Kondensieren trennen