Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate doch

Translate doch from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

doch:
- cependant; pourtant; mais
- néanmoins; mais; cependant; pourtant; toutefois; tout de même; et pourtant
Wiktionary:
- doch → si

Dutch

Detailed Translations for doch from Dutch to French

doch:

doch

doch
cependant; pourtant; mais
- cependant
- pourtant
- mais

doch adj

doch (echter; maar; niettemin; nochtans)
néanmoins; mais; cependant; pourtant; toutefois; tout de même; et pourtant
- néanmoins adj
- mais adj
- cependant adj
- pourtant adj
- toutefois adj
- tout de même adj
- et pourtant adj

Translation Matrix for doch:

Conjunction	Related Translations	Other Translations
-	echter; nochtans
Not Specified	Related Translations	Other Translations
-	maar
Other	Related Translations	Other Translations
cependant	doch
mais	doch
pourtant	doch
Modifier	Related Translations	Other Translations
cependant	doch; echter; maar; niettemin; nochtans	'tuurlijk; allicht; alvast; bijgevolg; desalniettemin; desondanks; dus; echter; evengoed; evenwel; in de tussentijd; inmiddels; intussen; logisch; maar; mede; mee; natuurlijk; niettegenstaande; niettemin; nochtans; onderhand; ondertussen; onderwijl; onontkomelijk; toch; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
et pourtant	doch; echter; maar; niettemin; nochtans
mais	doch; echter; maar; niettemin; nochtans	echter; maar
néanmoins	doch; echter; maar; niettemin; nochtans	desalniettemin; desondanks; echter; evengoed; evenwel; maar; mede; mee; niettegenstaande; niettemin; nochtans; toch
pourtant	doch; echter; maar; niettemin; nochtans	'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; echter; logisch; maar; mede; mee; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
tout de même	doch; echter; maar; niettemin; nochtans	'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; desondanks; dus; evenwel; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; niettemin; nochtans; onontkomelijk; toch; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; zeker; zonder twijfel
toutefois	doch; echter; maar; niettemin; nochtans	desalniettemin; desondanks; evengoed; evenwel; mede; mee; niettegenstaande; niettemin; nochtans; toch

Synonyms for "doch":

echter; maar; nochtans

Related Definitions for "doch":

geeft een tegenstelling aan¹
- hij is lastig doch interessant¹

Wiktionary Translations for doch:

doch

conjunction

Oui (1)
- si → doch

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek