Dutch

Detailed Translations for drukje from Dutch to French

druk:

druk [de ~ (m)] nomen

  1. de druk (pressie; dwang)
    la pression; la force
  2. de druk (oplage; uitgave)
    le tirage; l'impression
  3. de druk (financiële last)
    la charge; le fardeau; la cargaison

Translation Matrix for druk:

NounRelated TranslationsOther Translations
actif actieve vorm; activum; bedrijvende vorm; boedel; huisraad; inboedel
alerte alarm; alert; hulpgeroep; hulpkreet; melding; noodkreet; noodsignaal; waarschuwing
cargaison druk; financiële last belading; bevrachting; cargo; lading; last; scheepsbuik; transport; vracht; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
charge druk; financiële last aanval; attaque; belasting; belastingdienst; belastingen; bestorming; bevrachting; draaglast; electrische lading; fiscus; gevoelslast; heffingen; lading; last; offensief; run; stormaanval; stormloop; transport; vracht; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
fardeau druk; financiële last bevrachting; cargo; gevoelslast; lading; last; molensteen; vracht; vrachtgoed
force druk; dwang; pressie aandrift; daadkracht; doortastendheid; dynamiek; energie; esprit; felheid; fermheid; fiksheid; flinkheid; forsheid; fut; geweld; heftigheid; hevigheid; impuls; intensiteit; invloed; kracht; krachtdadigheid; macht; momentum; prikkel; puf; sterkte; stevigheid; stimulans; vermogen; werklust
impression druk; oplage; uitgave advertentieaanvraag; afdruk; algehele indruk; apperceptie; bedrukking; belettering; impressie; indruk; observatie; opdruk; perceptie; print; totale indruk; waarneming
pression druk; dwang; pressie bier; bloeddruk; drukking; licht bier; pils; tapbier; tensie
tirage druk; oplage; uitgave afdruk; geluidsniveau; lijmtang; openbare publicatie; print; publicatie; publikatie; trekking; uitdraai; uitgave; uitgifte; volume
travailleur arbeider; arbeidskracht; werker; werkkracht; werkman; werknemer
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
actif actief; bedrijvig; bezig; druk actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; beweeglijk; bezig; daadkrachtig; dynamisch; energiek; levendig; nijver; noest; onrustig; roerig; snelwerkend; werkend; werkzaam; woelig
occupé actief; bedrijvig; bezig; druk bezet; gebonden; niet vrij; onledig; onledig houden met
ModifierRelated TranslationsOther Translations
active actief; bedrijvig; bezig; druk actief; bedrijvig; bezig; nijver
activement actief; bedrijvig; bezig; druk actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; beweeglijk; bezig; dynamisch; energiek; levendig; nijver; werkend; werkzaam
affairé actief; bedrijvig; bezig; druk onrustig; roerig; woelig
agissant actief; bedrijvig; bezig; druk beslist; doortastend; ferm; fungerend; handelend; kordaat; krachtdadig; krachtig
alerte bezet; druk; drukbezet ad rem; adrem; alert; bijdehand; blij; blijmoedig; dartel; energiek; flitsend; geagiteerd; geanimeerd; gevat; hip; levendig; levenslustig; modieus; monter; opgetogen; opgewekt; oplettend; raak; slagvaardig; snedig; snel; tierig; trendy; uitgeslapen; verhit; vief; vlot; vol fut; vrolijk; wakker
animé actief; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; drukpratend; geanimeerd actief; bevlogen; beweeglijk; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; enthousiast; fideel; fleurig; geanimeerd; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; lustig; monter; onrustig; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; roerig; rumoerig; tierig; uitgelaten; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; woelig; zonnig
avec animation bezet; druk; drukbezet; drukpratend; geanimeerd blij; blijmoedig; dartel; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; tierig; vrolijk
avec enjouement druk; drukpratend; geanimeerd blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; tierig; verblijd; verheugd; vrolijk; welgemoed; welgestemd
avec vivacité bezet; druk; drukbezet; drukpratend; geanimeerd actief; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; tierig; vrolijk
diligemment actief; bedrijvig; bezig; druk actief; bedrijvig; bezig; nijver
diligent actief; bedrijvig; bezig; druk actief; bedrijvig; bezig; nijver
enjoué bezet; druk; drukbezet blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; gemoedelijk; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; jolig; joviaal; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; welgemoed; welgestemd
gai bezet; druk; drukbezet aardig; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; geinig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; grappig; jolig; kleurig; koddig; komiek; komisch; kwiek; lachwekkend; leuk; levendig; levenslustig; lief; lollig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; sympathiek; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
gaiement bezet; druk; drukbezet blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; goedgehumeurd; goedgeluimd; heugelijk; heuglijk; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijdend; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
joyeux bezet; druk; drukbezet blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; vreugdevol; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
qui parle en gesticulant druk; drukpratend; geanimeerd
remuant bezet; druk; drukbezet actief; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; onrustig; opgetogen; opgewekt; roerig; spartelend; tierig; vrolijk; woelig
travailleur actief; bedrijvig; bezig; druk actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; noest; werkend; werkzaam
turbulent bezet; druk; drukbezet bewogen; blij; blijmoedig; dartel; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; monter; ongedurig; onrustig; opgetogen; opgewekt; roerig; rumoerig; stoeiziek; tierig; turbulent; uitbundig; uitgelaten; veelbewogen; vrolijk; woelig
vif bezet; druk; drukbezet actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; flink; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hevig; hip; intens; intensief; kien; kittig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; modieus; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vitaal; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker
vive bezet; druk; drukbezet actief; ad rem; adrem; beweeglijk; bijdehand; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; fel; flitsend; gevat; heftig; hevig; hip; intens; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; raak; slagvaardig; snedig; snel; tierig; trendy; verwoed; vlot; vrolijk; wakker

Related Words for "druk":


Synonyms for "druk":


Antonyms for "druk":


Related Definitions for "druk":

  1. aanhoudende dwang of kracht1
    • de financiële druk wordt hem te zwaar1
  2. keer dat er een versie van een boek gemaakt wordt1
    • de hoeveelste druk is dat boek?1
  3. met veel beelden, geluiden, bewegingen1
    • het is druk op straat1

Wiktionary Translations for druk:

druk
noun
  1. pressie, kracht die over een oppervlakte uitgeoefend wordt
druk
adjective
  1. Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
  2. Qui a bien des affaires, qui est occupé.
  3. Qui est dans quelques troubles, dans quelques agitations d’esprit, soit par craintes, soit par irrésolutions et incertitudes.
  4. Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).
  5. Qui est en vie.
  6. Qui veille avec attention.
noun
  1. Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé.
  2. physique|fr force appliquée à une unité de surface, ou grandeur scalaire, exercée par un fluide sur une surface, perpendiculairement à celle-ci.
  3. Pression des gaz

Cross Translation:
FromToVia
druk édition edition — whole set of copies
druk pression pressure — physics: amount of force divided by area
druk tirage; édition AuflageVerlagswesen: Gesamtzahl der gleichzeitig hergestellten Vervielfältigungsstücke, wie Bücher, Zeitungen oder Zeitschriften
druk pression DruckPhysik, nur Plural 1: Kraft pro Fläche
druk pression Druckkein Plural: psychische (Stress) oder physische Belastung in beziehungsweise vor Leistungssituationen

External Machine Translations: