Summary


Dutch

Detailed Translations for gedistilleerd from Dutch to French

gedistilleerd:

gedistilleerd adj

  1. gedistilleerd (gestookt; gebrand)

gedistilleerd [het ~] nomen

  1. het gedistilleerd (spiritualiën; drank; alcohol; )
    la boissons alcoolisées; l'alcool; le breuvage; la boisson; le spiritueux; le boisson alcoolique; la boissons spiritueuses

Translation Matrix for gedistilleerd:

NounRelated TranslationsOther Translations
alcool alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank alcohol; drank; sterke drank; wijngeest
boisson alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank drank; drinkbaar vocht
boisson alcoolique alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank drank; drinkbaar vocht; spirits
boissons alcoolisées alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank
boissons spiritueuses alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank alcohol; drank; sterke drank
breuvage alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank brouwsel; mengsel
spiritueux alcohol; alcoholica; drank; gedistilleerd; opkikkertjes; spiritualiën; sterke drank alcohol; drank; gedistilleerde drank; gestookte alcohol; sterke drank
ModifierRelated TranslationsOther Translations
distillé gebrand; gedistilleerd; gestookt
spiritueux alcoholisch; geestrijk; rijk aan alcohol; spiritueus

distilleren:

distilleren verb (distilleer, distilleert, distilleerde, distilleerden, gedistilleerd)

  1. distilleren (stoken)
    distiller
    • distiller verb (distille, distilles, distillons, distillez, )

Conjugations for distilleren:

o.t.t.
  1. distilleer
  2. distilleert
  3. distilleert
  4. distilleren
  5. distilleren
  6. distilleren
o.v.t.
  1. distilleerde
  2. distilleerde
  3. distilleerde
  4. distilleerden
  5. distilleerden
  6. distilleerden
v.t.t.
  1. heb gedistilleerd
  2. hebt gedistilleerd
  3. heeft gedistilleerd
  4. hebben gedistilleerd
  5. hebben gedistilleerd
  6. hebben gedistilleerd
v.v.t.
  1. had gedistilleerd
  2. had gedistilleerd
  3. had gedistilleerd
  4. hadden gedistilleerd
  5. hadden gedistilleerd
  6. hadden gedistilleerd
o.t.t.t.
  1. zal distilleren
  2. zult distilleren
  3. zal distilleren
  4. zullen distilleren
  5. zullen distilleren
  6. zullen distilleren
o.v.t.t.
  1. zou distilleren
  2. zou distilleren
  3. zou distilleren
  4. zouden distilleren
  5. zouden distilleren
  6. zouden distilleren
en verder
  1. is gedistilleerd
  2. zijn gedistilleerd
diversen
  1. distilleer!
  2. distilleert!
  3. gedistilleerd
  4. distillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

distilleren [znw.] nomen

  1. distilleren (aftrekken)
    la distillation

Translation Matrix for distilleren:

NounRelated TranslationsOther Translations
distillation aftrekken; distilleren distillatie
VerbRelated TranslationsOther Translations
distiller distilleren; stoken branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien

Wiktionary Translations for distilleren:


Cross Translation:
FromToVia
distilleren distiller destillieren — Flüssigkeiten durch Verdampfen und Kondensieren trennen