Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gekoeld:
  2. koelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gekoeld from Dutch to French

gekoeld:

gekoeld adj

  1. gekoeld (koel)

Translation Matrix for gekoeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
frais afkoeling; belasting; besteding; gelduitgave; heffing; kost; kosten; leges; onkosten; toeslag; uitgaaf; uitgave; uitgaven; verkoeling
ModifierRelated TranslationsOther Translations
frais gekoeld; koel fris; frisjes; kil; koel; koeltjes; luchtig; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; onbestorven; vers; versgebakken
refroidi gekoeld; koel

gekoeld form of koelen:

koelen verb (koel, koelt, koelde, koelden, gekoeld)

  1. koelen (verkoelen; verkillen; afkoelen)
    refroidir; rafraîchir; se refroidir; se rafraîchir
    • refroidir verb (refroidis, refroidit, refroidissons, refroidissez, )
    • rafraîchir verb (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )

Conjugations for koelen:

o.t.t.
  1. koel
  2. koelt
  3. koelt
  4. koelen
  5. koelen
  6. koelen
o.v.t.
  1. koelde
  2. koelde
  3. koelde
  4. koelden
  5. koelden
  6. koelden
v.t.t.
  1. heb gekoeld
  2. hebt gekoeld
  3. heeft gekoeld
  4. hebben gekoeld
  5. hebben gekoeld
  6. hebben gekoeld
v.v.t.
  1. had gekoeld
  2. had gekoeld
  3. had gekoeld
  4. hadden gekoeld
  5. hadden gekoeld
  6. hadden gekoeld
o.t.t.t.
  1. zal koelen
  2. zult koelen
  3. zal koelen
  4. zullen koelen
  5. zullen koelen
  6. zullen koelen
o.v.t.t.
  1. zou koelen
  2. zou koelen
  3. zou koelen
  4. zouden koelen
  5. zouden koelen
  6. zouden koelen
en verder
  1. ben gekoeld
  2. bent gekoeld
  3. is gekoeld
  4. zijn gekoeld
  5. zijn gekoeld
  6. zijn gekoeld
diversen
  1. koel!
  2. koelt!
  3. gekoeld
  4. koelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for koelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rafraîchir afkoelen; koelen; verkillen; verkoelen afkoelen; blij maken; dorst lessen; fleurig maken; hernieuwen; in goede staat brengen; koel worden; koud worden; laven; nieuw leven inblazen; opfleuren; opfrissen; opknappen; opluchten; opmonteren; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; renoveren; tooien; verfraaien; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verluchten; verversen; vrolijker worden; zich mooi maken
refroidir afkoelen; koelen; verkillen; verkoelen afkoelen; bekoelen; koel worden
se rafraîchir afkoelen; koelen; verkillen; verkoelen opfrissen; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; zich laven; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen; zich verkwikken; zijn dorst stillen
se refroidir afkoelen; koelen; verkillen; verkoelen bekoelen

Wiktionary Translations for koelen:

koelen
Cross Translation:
FromToVia
koelen refroidir cool down — to become cooler (temperature