Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. geroep:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geroep from Dutch to French

geroep:

geroep [het ~] nomen

  1. het geroep (roep; geschreeuw)
    l'appel; le cri; le cris

Translation Matrix for geroep:

NounRelated TranslationsOther Translations
appel geroep; geschreeuw; roep appel; appèl; bekendmaking; bellen; bericht; beroep juridisch; beroep doen op; boodschap; convocatie; gewag; informatie; inroeping; kennisgeving; lokroep; loktoon; mededeling; melding; naamafroeping; opbellen; opgave; oproep; oproeping; relaas; roep; roepstem; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging; wegroepen; wekroep
cri geroep; geschreeuw; roep gil; kreet; leus; roep; schreeuw; strijdkreet; uitroep; yell
cris geroep; geschreeuw; roep gegil; gekrijs; geschetter; geschreeuw; geschrei; getrompetter; gillen; joelen; kreten; leuzen; parolen; roepen; schreeuwen; slagzinnen; slogans; tranen vergieten; vergieten

Wiktionary Translations for geroep:

geroep
noun
  1. Action de hurler.

Cross Translation:
FromToVia
geroep conflit; confusion; divergence rumpus — noise and confusion