Dutch
Detailed Translations for habitués from Dutch to French
habitué:
-
de habitué (stamgast; vaste klant; gast)
Translation Matrix for habitué:
Noun | Related Translations | Other Translations |
familier | gast; habitué; stamgast; vaste klant | |
habitué | gast; habitué; stamgast; vaste klant | |
habituée | gast; habitué; stamgast; vaste klant | |
pilier de café | gast; habitué; stamgast; vaste klant | |
visiteur régulier | gast; habitué; stamgast; vaste klant | vaste bezoeker; vaste klant |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
familier | aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; lekker; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; terloops; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig | |
habitué | gewend; gewoon |