Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. hoogseizoen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoogseizoen from Dutch to French

hoogseizoen:

hoogseizoen [het ~] nomen

  1. het hoogseizoen (toeristenseizoen)

Translation Matrix for hoogseizoen:

NounRelated TranslationsOther Translations
haute-saison hoogseizoen; toeristenseizoen
saison touristique hoogseizoen; toeristenseizoen

Related Words for "hoogseizoen":

  • hoogseizoenen

Wiktionary Translations for hoogseizoen:

hoogseizoen
noun
  1. Le meilleur moment de l'année, la période où la saison battre son plein.