Summary


Dutch

Detailed Translations for incasseerder from Dutch to French

incasseerder:

incasseerder [de ~ (m)] nomen

  1. de incasseerder (inner)
    le caissier; le percepteur; l'encaisseur; le quêteur; la quêteuse; le garçon de recettes

Translation Matrix for incasseerder:

NounRelated TranslationsOther Translations
caissier incasseerder; inner kassiere
encaisseur incasseerder; inner collectant; inzamelaar van giften; kasloper
garçon de recettes incasseerder; inner collectant; inzamelaar van giften
percepteur incasseerder; inner collectant; inzamelaar van giften
quêteur incasseerder; inner collectant; inzamelaar van giften
quêteuse incasseerder; inner collectant; inzamelaar van giften

Related Words for "incasseerder":

  • incasseerders