Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. infiltreren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for infiltreren from Dutch to French

infiltreren:

infiltreren verb (infiltreer, infiltreert, infiltreerde, infiltreerden, geïnfiltreerd)

  1. infiltreren (binnendringen; indringen)

Conjugations for infiltreren:

o.t.t.
  1. infiltreer
  2. infiltreert
  3. infiltreert
  4. infiltreren
  5. infiltreren
  6. infiltreren
o.v.t.
  1. infiltreerde
  2. infiltreerde
  3. infiltreerde
  4. infiltreerden
  5. infiltreerden
  6. infiltreerden
v.t.t.
  1. ben geïnfiltreerd
  2. bent geïnfiltreerd
  3. is geïnfiltreerd
  4. zijn geïnfiltreerd
  5. zijn geïnfiltreerd
  6. zijn geïnfiltreerd
v.v.t.
  1. was geïnfiltreerd
  2. was geïnfiltreerd
  3. was geïnfiltreerd
  4. waren geïnfiltreerd
  5. waren geïnfiltreerd
  6. waren geïnfiltreerd
o.t.t.t.
  1. zal infiltreren
  2. zult infiltreren
  3. zal infiltreren
  4. zullen infiltreren
  5. zullen infiltreren
  6. zullen infiltreren
o.v.t.t.
  1. zou infiltreren
  2. zou infiltreren
  3. zou infiltreren
  4. zouden infiltreren
  5. zouden infiltreren
  6. zouden infiltreren
diversen
  1. infiltreer!
  2. infiltreert!
  3. geïnfiltreerd
  4. infiltrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for infiltreren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entrer dans binnendringen; indringen; infiltreren belopen; betreden; bewandelen; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; binnenvallen; binnenvaren; importeren; ingaan; inrijden; instappen; invallen; invaren; invoeren; te voet afleggen
faire entrer binnendringen; indringen; infiltreren binnen halen; binnendringen; binnenlaten; binnenleiden; binnenloodsen; binnenroepen; binnenvallen; deur openen; inbrengen; injagen; inlaten; invallen; invoegen; naarbinnen laten; opendoen voor
faire irruption dans binnendringen; indringen; infiltreren binnendringen; binnenvallen; haven binnenvaren; invallen; onverwachts langskomen
pénétrer dans binnendringen; indringen; infiltreren aankomen; betreden; bezoeken; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenmarcheren; binnenstappen; binnentreden; binnentrekken; binnenvallen; haven binnenvaren; indringen; ingaan; inlopen; invallen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; penetreren; voorbijkomen; zich binnenwroeten; zich binnenwurmen
s'infiltrer binnendringen; indringen; infiltreren bereiken; binnendringen; binnenvallen; doordringen; invallen; laten doorsijpelen; penetreren in; percoleren
s'introduire binnendringen; indringen; infiltreren binnendringen; binnenvallen; insluipen; invallen; ongemerkt binnendringen; zich toegang verschaffen

Wiktionary Translations for infiltreren:

infiltreren
verb
  1. intr|nld langzaam of tersluiks binnendringen

External Machine Translations: