Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. inlassing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inlassing from Dutch to French

inlassing:

inlassing [de ~ (v)] nomen

  1. de inlassing (tussenvoegsel; invoeging; tussenvoeging)
    l'insertion; l'interpolation; l'intercalation

Translation Matrix for inlassing:

NounRelated TranslationsOther Translations
insertion inlassing; invoeging; tussenvoeging; tussenvoegsel het plaatsen; ingevoegd stuk; inlas; inschuiving; invoeging; opname; opvang; plaatsing; tussenschuiving
intercalation inlassing; invoeging; tussenvoeging; tussenvoegsel ingevoegd stuk; inlas; invoeging; tussenzetten
interpolation inlassing; invoeging; tussenvoeging; tussenvoegsel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
insertion invoegen

Wiktionary Translations for inlassing:

inlassing
noun
  1. Action d’introduire une chose dans une autre.