Dutch

Detailed Translations for instructies from Dutch to French

instructies:


instructie:

instructie [de ~ (v)] nomen

  1. de instructie (briefing; uitleg)
    le briefing; l'instruction
  2. de instructie (aanwijzing; voorschrift)
    l'instruction; la consigne; l'assignation; la mission; la sommation; l'indication; le commandement; l'impératif; la contrainte; l'ordre
  3. de instructie (onderricht; onderwijs; les; lering; onderrichting)
    le cours; l'enseignement; la leçon; la classe; l'instruction
  4. de instructie
  5. de instructie

Translation Matrix for instructie:

NounRelated TranslationsOther Translations
assignation aanwijzing; instructie; voorschrift bevelschrift; consigne; daging; dagvaarding; dwangbevel; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; order; taak; toekenning; toewijzing; verlening
briefing briefing; instructie; uitleg
classe instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs aard; cursus; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; genre; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; les; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; soort; stand; type; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
commandement aanwijzing; instructie; voorschrift bevel; bevelschrift; commando; consigne; dienstorder; dwangbevel; gebod; opdracht; order; taak
consigne aanwijzing; instructie; voorschrift bagagedepot; bevelschrift; consigne; dwangbevel; garderobe; hangkast; kamerarrest; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; orde; order; regel; regeling; reglement; statiegeld; taak; vestiaire; voorschrift; wachtwoord; wet
contrainte aanwijzing; instructie; voorschrift bedwang; beperking; bevelschrift; consigne; dwangbevel; gereserveerdheid; geweld; opdracht; order; taak; terughoudendheid
cours instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs aandelenkoersen; algemeenheid; beloop; college; cursus; gangbaarheid; gebruikelijkheid; geloofsleer; hofjes; kleine huisjes om binnenplein; koersen; kursus; leer; leergang; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs; ontwikkelingsgang; progressie; schoolpleinen; speelplaatsen; speelpleinen; studie; universitaire les; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
enseignement instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs cursus; educatie; geestelijke vorming; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; scholing; vooruitgang; vorming
impératif aanwijzing; instructie; voorschrift bevel; commando; gebiedende wijs; gebod; imperatief; order
indication aanwijzing; instructie; voorschrift aanduiden; aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzen; aanwijzing; indicatie; spoor; symptoom; teken; toespeling; verwijzing
instruction aanwijzing; briefing; instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; uitleg; voorschrift bekwaming; bevelschrift; consigne; dienstorder; dresseren; dressuur; dwangbevel; educatie; geestelijke vorming; handleiding; kundig maken; lastbrief; lastgeving; mandaat; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; opdracht; opleiding; order; richtlijn; scholing; schoolopleiding; taak; training; uitleg; vooronderzoek; vooruitgang; vorming
leçon instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs cursus; geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs
mission aanwijzing; instructie; voorschrift afgifte; aflevering; arbeid; bevel; bevelschrift; bezorging; commando; consigne; dwangbevel; geleverde; job; karwei; leverantie; levering; missie; opdracht; order; roeping; taak; uitlevering; zending; zending met speciale opdracht
ordre aanwijzing; instructie; voorschrift aaneenschakeling; arrangement; betamelijkheid; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; keurigheid; klasse; maatschappelijke klasse; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opdracht; opeenvolging; opgeruimdheid; opstelling; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; regelmaat; samenstelling; schikking; slag; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; stand; structuur; systeem; taak; vakgebied; volgorde; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
sommation aanwijzing; instructie; voorschrift aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; bevel; bevelschrift; commando; consigne; deurwaardersexploot; dwangbevel; herinnering; kennisgeving; maning; opdracht; order; sommatie; taak; vermaning; waarschuwing
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
cours cursus
instruction instructie
instruction d'action instructie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
classe eersteklas; klasse
impératif bindend; dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; onafwijsbaar; streng; strikt; stringent; vereisend

Related Words for "instructie":


Related Definitions for "instructie":

  1. aanwijzing voor het gebruik1
    • je moet de instructies opvolgen als je dit spel wilt spelen1
  2. opdracht of order1
    • ik heb instructies om je te helpen1

Wiktionary Translations for instructie:

instructie
noun
  1. een order, een aanwijzing
instructie
noun
  1. Ordre

Cross Translation:
FromToVia
instructie directive directive — instruction or guideline that indicates how to perform an action or reach a goal
instructie instruction statement — computing: instruction in a computer program

External Machine Translations: