Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. investeerder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for investeerder from Dutch to French

investeerder:

investeerder [de ~ (m)] nomen

  1. de investeerder (belegger)
    l'investisseur; le créancier; le commanditaire

Translation Matrix for investeerder:

NounRelated TranslationsOther Translations
commanditaire belegger; investeerder financier; geldgever; geldschieter; kredietgever; leningverstrekker; suikeroom
créancier belegger; investeerder crediteur; geldgever; geldschieter; kredietgever; leningverstrekker; schuldeiser; schuldenaar; schuldenares; suikeroom; vrouwelijke crediteur
investisseur belegger; investeerder geldgever; geldschieter; suikeroom

Related Words for "investeerder":

  • investeerders

Wiktionary Translations for investeerder:


Cross Translation:
FromToVia
investeerder investisseur investor — person who invests money in order to make a profit
investeerder investisseur InvestorWirtschaft: jemand, der investieren, der Geld am Kapitalmarkt anlegt, um Gewinn zu erzielen