Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. joekel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for joekel from Dutch to French

joekel:

joekel [de ~ (m)] nomen

  1. de joekel (groot exemplaar; knoert)
    le géant; l'ogre; le colosse
  2. de joekel (reus; gigant; titaan)
    le géant; le titane; le colosse
  3. de joekel (gevaarte; kanjer; loei; )
    le type; le mastodonte; le colosse

Translation Matrix for joekel:

NounRelated TranslationsOther Translations
colosse gevaarte; gigant; groot exemplaar; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei; reus; titaan bakbeest; beer; gevaarte; grote man; kolos
géant gigant; groot exemplaar; joekel; knoert; reus; titaan beer; grote man
mastodonte gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei mastodont
ogre groot exemplaar; joekel; knoert
titane gigant; joekel; reus; titaan titaan
type gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei aard; fatje; figuur; gast; genre; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; jochie; jongetje; kerel; klasse; kleine jongen; knakker; knul; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
ModifierRelated TranslationsOther Translations
géant buiten proportie; enorm; gigantisch; heel erg; heel groot; immens; in zeer hoge mate; kolossaal; onmetelijk; reusachtig; reuze; zeer groot

Related Words for "joekel":

  • joekels

Wiktionary Translations for joekel:

joekel
noun
  1. populaire|fr (term, souvent péjoratif) chien.