Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kidnapper:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kidnapper from Dutch to French

kidnapper:

kidnapper [de ~ (m)] nomen

  1. de kidnapper (gijzelnemer; gijzelhouder)
    le kidnappeur; le ravisseur; le preneur d'otages
  2. de kidnapper (ontvoerder)
    le ravisseur; le kidnappeur

Translation Matrix for kidnapper:

NounRelated TranslationsOther Translations
kidnappeur gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper; ontvoerder gijzelaar; gijzelhouder; gijzelnemer
preneur d'otages gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper gijzelhouder; gijzelnemer
ravisseur gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper; ontvoerder gijzelaar; gijzelhouder; gijzelnemer

Related Words for "kidnapper":

  • kidnappers

Wiktionary Translations for kidnapper:

kidnapper
noun
  1. iemand die mensen kidnapt of ontvoert

Cross Translation:
FromToVia
kidnapper abducteur; abducteuse abductor — kidnapper