Dutch
Detailed Translations for kitte from Dutch to French
kitte form of kitten:
-
kitten
Conjugations for kitten:
o.t.t.
- kit
- kit
- kit
- kitten
- kitten
- kitten
o.v.t.
- kitte
- kitte
- kitte
- kitten
- kitten
- kitten
v.t.t.
- heb gekit
- hebt gekit
- heeft gekit
- hebben gekit
- hebben gekit
- hebben gekit
v.v.t.
- had gekit
- had gekit
- had gekit
- hadden gekit
- hadden gekit
- hadden gekit
o.t.t.t.
- zal kitten
- zult kitten
- zal kitten
- zullen kitten
- zullen kitten
- zullen kitten
o.v.t.t.
- zou kitten
- zou kitten
- zou kitten
- zouden kitten
- zouden kitten
- zouden kitten
en verder
- is gekit
diversen
- kit!
- kit!
- gekit
- kittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kitten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
coller | aanlijmen; aanplakken; lijmen; vastlijmen; vastplakken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
coller | kitten | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aanbakken; aanbranden; aandrukken; aaneen plakken; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; iets vastkleven; inplakken; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; samenplakken; vastdrukken; vasthechten; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastmaken; vastplakken; vastzetten |