Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate klerken

Translate klerken from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

klerken:
- clercs; copistes; employés aux écritures
klerk:
- secrétaire; clerc; employé de bureau; commis; assistant de bureau; employé; membre du personnel; assistant; salarié
Wiktionary:
- klerk → greffier

Dutch

Detailed Translations for klerken from Dutch to French

klerken:

klerken [de ~] nomen, plural

de klerken
le clercs; le copistes; l'employés aux écritures
- clercs [le ~] nomen
- copistes [le ~] nomen
- employés aux écritures [le ~] nomen

Translation Matrix for klerken:

Noun	Related Translations	Other Translations
clercs	klerken
copistes	klerken
employés aux écritures	klerken

Related Words for "klerken":

klerk

klerken form of klerk:

klerk [de ~ (m)] nomen

de klerk (kantoorbediende)
le secrétaire; le clerc; l'employé de bureau; le commis; l'assistant de bureau
- secrétaire [le ~] nomen
- clerc [le ~] nomen
- employé de bureau [le ~] nomen
- commis [le ~] nomen
- assistant de bureau [le ~] nomen
de klerk (personeelslid; werknemer; medewerker; arbeidskracht; arbeider; werkkracht)
l'employé; le membre du personnel; l'assistant; le salarié; le clerc
- employé [le ~] nomen
- membre du personnel [le ~] nomen
- assistant [le ~] nomen
- salarié [le ~] nomen
- clerc [le ~] nomen

Translation Matrix for klerk:

Noun	Related Translations	Other Translations
assistant	arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer	assistent; getuige; handlanger; helper; hulp; hulpleraar; hulponderwijzer; omstander; secondant; tijdelijke leerkracht; toeschouwer; trawant
assistant de bureau	kantoorbediende; klerk
clerc	arbeider; arbeidskracht; kantoorbediende; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer	assistent; helper; hulp; kantoorbediende; pennenlikker; secondant
commis	kantoorbediende; klerk	assistent; benoemde; helper; hulp; secondant
employé	arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer	ambtenaar; arbeider; arbeidskracht; beambte; employé; geëmployeerde; pennenlikker; werker; werkkracht; werkman; werknemer
employé de bureau	kantoorbediende; klerk	kantoorbediende; kantoorpersoneel
membre du personnel	arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer	assistent; helper; hulp; secondant
salarié	arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer	arbeider; arbeidskracht; employé; loonarbeider; loontrekker; werker; werkkracht; werkman; werknemer; werknemer in loondienst
secrétaire	kantoorbediende; klerk	secretaresse; secretaris
Modifier	Related Translations	Other Translations
salarié		bezoldigd; loontrekkend

Related Words for "klerk":

klerken

Wiktionary Translations for klerk:

Cross Translation:

From	To	Via
• klerk	→ greffier	↔ clerk — one working with records etc.