Noun | Related Translations | Other Translations |
bazar
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
bazaar; bende; geflikflooi; gerotzooi; mikmak; puinhoop; puinzooi; rommel; rommelwinkel; rotzooi; soepzootje; troep; zooi; zootje
|
bousillage
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
bedrog; gebroddel; gehannes; geklieder; geklungel; geknoei; gemodder; gestuntel; kliederen; knoeiboel; knoeierij; nep; oplichterij; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje; zwendelarij
|
bricolage
|
broddelwerk; geknutsel; kladwerk; knoeiwerk; knutselarij; knutselen; knutselwerk; prutswerk
|
doe-het-zelf-werk; gebroddel; geklungel; geknoei; gesjoemel; huisvlijt
|
brouillon
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
aantekening; briefje; concept; geflikflooi; geklooi; gekreukt papiertje; gerommel; gerotzooi; kattebelletje; klad; kladbriefje; kladje; kladschrift; kladwerk; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; proefversie; schrijfsel
|
bâclage
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
gehannes; gestuntel
|
gribouillage
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
geflikflooi; gerotzooi; klad; kladschrift; kladwerk; knoeiboel; proefversie; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
pagaille
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
bende; chaos; doolhof; drukte; gedoe; geflikflooi; geklodder; gemekker; gerotzooi; gezanik; gezeur; heksenketel; keet; knoeiboel; labyrint; omhaal; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rommelig gedoe; rommelzooi; rotzooi; soepzootje; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warnet; warwinkel; zooi; zooitje; zootje
|
saletés
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
gedonderjaag; geflikflooi; geklodder; geravot; gerotzooi; gestoei; stoeierij; stoeipartij; viezigheden
|
travail d'amateur
|
geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk
|
geknoei; gemodder
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
brouillon
|
|
complex; gecompliceerd; geestelijk verward; in de war; ingewikkeld; ondersteboven; onthutst; verward
|