Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate larie

Translate larie from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

larie:
- balivernes; absurdité; non-sens; bêtises; baliverne; ineptie
Wiktionary:
- larie → bêtise, connerie, couillonnade, fadaise, foutaise, caverie, sottise, nounounerie, niaiserie, bêtises, caveries, couillonnades, conneries, niaiseries, sottises, nounouneries

Dutch

Detailed Translations for larie from Dutch to French

larie:

larie [de ~ (v)] nomen

de larie (nonsens; humbug; onzin; zotteklap; kul)
la balivernes; l'absurdité; le non-sens
- balivernes [la ~] nomen
- absurdité [la ~] nomen
- non-sens [le ~] nomen
de larie (kletskoek; humbug; flauwekul; gebeuzel; nonsens; gezwam; apekool; rimram; klets; geleuter; kul; kolderverhaal; waanzin; kolder; gezwets)
la bêtises; la baliverne; l'ineptie; la balivernes
- bêtises [la ~] nomen
- baliverne [la ~] nomen
- ineptie [la ~] nomen
- balivernes [la ~] nomen

Translation Matrix for larie:

Noun	Related Translations	Other Translations
absurdité	humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap	absurditeit; achterlijkheid; dwaasheid; gebazel; gekkenpraat; idioterie; krankzinnigheid; mallepraat; onding; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid; waanzin; wartaal
baliverne	apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin	gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
balivernes	apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; onzin; rimram; waanzin; zotteklap	bakerpraatje; bakerpraatjes; beuzelarij; futselarij; gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwebbel; getreuzel; oudewijvenpraat
bêtises	apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin	gebazel; gekheid; gekkenpraat; klets; kletspraat; mallepraat; malligheid; quatsch; wartaal
ineptie	apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
non-sens	humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap	absurditeit; dwaasheid; gekkenwerk; idioterie; klets; kletspraat; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid; quatsch

Wiktionary Translations for larie:

Cross Translation:

From	To	Via
• larie	→ bêtise; connerie; couillonnade; fadaise; foutaise; caverie; sottise; nounounerie; niaiserie	↔ Kohl — umgangssprachlich abwertend: verworrenes Zeug; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
• larie	→ bêtise; connerie; caverie; couillonnade; foutaise; fadaise; niaiserie; sottise; nounounerie	↔ Stuss — umgangssprachlich, abwertend: etwas, das (ärgerlicherweise) unsinnig geäußert oder getan wurde; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
• larie	→ bêtises; caveries; couillonnades; conneries; fadaise; foutaise; niaiseries; sottises; nounouneries	↔ Tinnef — umgangssprachlich, abwertend: etwas unsinnig, sinnlos, töricht
• larie	→ fadaise; couillonnade; connerie; caverie; bêtise; nounounerie; niaiserie; foutaise; sottise	↔ Topfen — Österreich; umgangssprachlich abwertend: Quatsch; Unsinn