Summary


Dutch

Detailed Translations for leperds from Dutch to French

leperds:


leperd:

leperd [de ~ (m)] nomen

  1. de leperd (leperik)
    le rusé; la rusée

Translation Matrix for leperd:

NounRelated TranslationsOther Translations
rusé leperd; leperik doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; goochemheid; listigheid; schranderheid; sluwheid; snoodheid; uitgeslapenheid
rusée leperd; leperik
ModifierRelated TranslationsOther Translations
rusé achterbaks; adrem; arglistig; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; in het geniep; kien; kwaadaardig; leep; link; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen

Related Words for "leperd":


Wiktionary Translations for leperd:


Cross Translation:
FromToVia
leperd finaud; roublard; lascar; rusé Schlaumeier — (umgangssprachlich), scherzhaft: ein schlauer, listiger, pfiffiger Mensch