Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate leugenaars

Translate leugenaars from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

leugenaars:
- menteurs
leugenaar:
- menteur; fausseur; trompeur; fabulateur
Wiktionary:
- leugenaar → menteur
- leugenaar → menteuse, menteur

Dutch

Detailed Translations for leugenaars from Dutch to French

leugenaars:

leugenaars [de ~] nomen, plural

de leugenaars (jokkebrokken)
le menteurs
- menteurs [le ~] nomen

Translation Matrix for leugenaars:

Noun	Related Translations	Other Translations
menteurs	jokkebrokken; leugenaars

Related Words for "leugenaars":

leugenaar

leugenaar:

leugenaar [de ~ (m)] nomen

de leugenaar (jokkebrok; leugenbeest)
le menteur; le fausseur; le trompeur; le fabulateur
- menteur [le ~] nomen
- fausseur [le ~] nomen
- trompeur [le ~] nomen
- fabulateur [le ~] nomen

Translation Matrix for leugenaar:

Noun	Related Translations	Other Translations
fabulateur	jokkebrok; leugenaar; leugenbeest	dromer; fantast; utopist
fausseur	jokkebrok; leugenaar; leugenbeest
menteur	jokkebrok; leugenaar; leugenbeest
trompeur	jokkebrok; leugenaar; leugenbeest	bedrieger; flessentrekker; fraudeur; misleider; oplichter; zwendelaar
Modifier	Related Translations	Other Translations
menteur		leugenachtig
trompeur		bedrieglijk; illusoir; misleidend

Related Words for "leugenaar":

leugenaars

Related Definitions for "leugenaar":

iemand die niet de waarheid spreekt¹
- die leugenaar geloof ik nooit meer¹

Wiktionary Translations for leugenaar:

leugenaar

noun

iemand die liegt
- leugenaar → menteur

leugenaar

noun

Celui, celle qui mentir, qui a l’habitude de mentir.
- menteur → leugenaar

Cross Translation:

From	To	Via
• leugenaar	→ menteuse; menteur	↔ liar — one who tells lies
• leugenaar	→ menteur	↔ Lügner — jemand, der lügen, der die Unwahrheit spricht

¹Muiswerk Woordenboek