Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. lijdelijkheid:
  2. lijdelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lijdelijkheid from Dutch to French

lijdelijkheid:

lijdelijkheid [de ~ (v)] nomen

  1. de lijdelijkheid (passiviteit)
    la passivité

Translation Matrix for lijdelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
passivité lijdelijkheid; passiviteit

Related Words for "lijdelijkheid":


lijdelijkheid form of lijdelijk:


Translation Matrix for lijdelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
calme bedaardheid; geduld; gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; gemak; gemoedsrust; gerustheid; kalmheid; kalmte; nuchterheid; onverstoorbaarheid; rust; rustigheid; sereniteit; stilheid; stilte; vrede; vredessituatie; vredigheid; windstilte
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
passif aansprakelijkheid; passiva
ModifierRelated TranslationsOther Translations
calme berustend; gelaten; lijdelijk bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes aan; vrijuit; windstil
d'une manière passive lijdelijk; passief
passif berustend; gelaten; lijdelijk; passief apathisch; gedomineerd; inactief; lethargisch; lijdend; lijdzaam; onderworpen
passivement lijdelijk; passief
résigné berustend; gelaten; lijdelijk gelaten; getroost; lijdzaam
serein berustend; gelaten; lijdelijk bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; geluidloos; goedgehumeurd; goedgeluimd; kalm; kalmpjes; klare; onbewogen; onderkoeld; opgewekt; rustig; rustig aan; sereen; stil; stilletjes aan; vredig; vreedzaam; welgemoed; welgestemd; zonder geluid
soumis berustend; gelaten; lijdelijk afhankelijk; bijkomstig; gedwee; horig; inferieur; knechts; kruiperig; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; onvrij; serviel; slaafs; tam; volgzaam

Related Words for "lijdelijk":


Wiktionary Translations for lijdelijk:

lijdelijk
adjective
  1. zonder verzet ongemak verdragend
lijdelijk
adjective
  1. Qui souffrir, qui subir l’action, l’impression.