Noun | Related Translations | Other Translations |
astuce
|
kunstgreep; list; manoeuvre
|
arglist; arglistigheid; doortraptheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; intelligentie; leepheid; linkheid; listigheid; pienterheid; schranderheid; slimheid; sluwheid; snoodheid
|
ruse
|
kunstgreep; list; manoeuvre; slimheid; sluwe streek
|
arglist; arglistigheid; boevenstreek; doortraptheid; gemeenheid; gemene streek; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; intelligentie; leepheid; linkheid; listigheid; pienterheid; poets; rotstreek; schranderheid; schurkachtigheid; schurkenstreek; slimheid; slinksheid; sluwheid; snoodheid; streek; truc; trucage
|
subterfuge
|
list; slimheid; sluwe streek
|
excuus; smoes; smoesje; uitvlucht; voorwendsel
|
tour
|
list; slimheid; sluwe streek
|
afstand; baan; baanvak; behendigheid; beurt; burchttoren; cirkel; draai; draaibank; etappe; expeditie; foefje; gekke streek; handigheid; kasteeltoren; kneep; kneepje; kring; kuier; kunst; kunstgreep; kunstje; loopje; maniertje; mars; omdraaiing; omgang; omgang hebben met; omloop; ommetje; omwenteling; pad; poets; rare streek; reis; rit; ronde; ronde doen; rondgang; rondje; rondreis; rondrit; route; slottoren; spelletje; streek; tocht; tochtje; toer; toertje; toren; torenflat; torengebouw; torentje; tour; tournee; traject; trektocht; trip; truc; uitje; uitstapje; wandeling; wandeltocht; weg; wending; wolkenkrabber; zijn ronde doen
|