Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. luchtigheid:
  2. luchtig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for luchtigheid from Dutch to French

luchtigheid:

luchtigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de luchtigheid
    la légèreté

Translation Matrix for luchtigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
légèreté luchtigheid frivoliteit; hupsheid; ijdelheid; ijdeltuiterij; lichthartigheid; lichtvaardigheid; lichtzinnigheid; luchthartigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; wuftheid

Related Words for "luchtigheid":


luchtig:

luchtig adj

  1. luchtig (koel; fris)
  2. luchtig (speels; luchthartig; losjes)

Translation Matrix for luchtig:

NounRelated TranslationsOther Translations
frais afkoeling; belasting; besteding; gelduitgave; heffing; kost; kosten; leges; onkosten; toeslag; uitgaaf; uitgave; uitgaven; verkoeling
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aéré fris; koel; luchtig
frais fris; koel; luchtig fris; frisjes; gekoeld; kil; koel; koeltjes; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; onbestorven; vers; versgebakken
frisquet fris; koel; luchtig
ludique losjes; luchthartig; luchtig; speels gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos
léger losjes; luchthartig; luchtig; speels eenvoudig; frivool; gemakkelijk; hups; in een handomdraai; licht; lichtwegend; lichtzinnig; losbandig; loszinnig; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; simpel; vanzelf; wuft; zonder moeite

Related Words for "luchtig":

  • luchtigheid, luchtiger, luchtigere, luchtigst, luchtigste, luchtige

Wiktionary Translations for luchtig:

luchtig
adjective
  1. Qui est en état de fraîcheur.

Cross Translation:
FromToVia
luchtig allégé lite — low in calories
luchtig capricieux; étrange; drôle; amusant whimsical — Given to whimsy; capricious; odd; peculiar; playful; light-hearted or amusing