Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. necessaire:


Dutch

Detailed Translations for necessaire from Dutch to French

necessaire:

necessaire [de ~ (m)] nomen

  1. de necessaire (reistas)
    le nécessaire; le sac de voyage; la trousse

Translation Matrix for necessaire:

NounRelated TranslationsOther Translations
nécessaire necessaire; reistas
sac de voyage necessaire; reistas valies; weekendtas
trousse necessaire; reistas
ModifierRelated TranslationsOther Translations
nécessaire benodigd; broodnodig; door de behoefte vereist; hoognodig; nodig; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk

Related Words for "necessaire":

  • necessaires