Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nectar:


Dutch

Detailed Translations for nectar from Dutch to French

nectar:

nectar [de ~ (m)] nomen

  1. de nectar (drank van de Olympische goden; godendrank)
    le nectar
  2. de nectar (ambrozijn; spijs van de Olympische goden; godenspijs)
    l'ambroisie; le nectar

Translation Matrix for nectar:

NounRelated TranslationsOther Translations
ambroisie ambrozijn; godenspijs; nectar; spijs van de Olympische goden
nectar ambrozijn; drank van de Olympische goden; godendrank; godenspijs; nectar; spijs van de Olympische goden honingdauw; honingdrank; mede; nektar