Dutch

Detailed Translations for nepen from Dutch to French

nijpen:

nijpen verb (nijp, nijpt, neep, nepen, genepen)

  1. nijpen

Conjugations for nijpen:

o.t.t.
  1. nijp
  2. nijpt
  3. nijpt
  4. nijpen
  5. nijpen
  6. nijpen
o.v.t.
  1. neep
  2. neep
  3. neep
  4. nepen
  5. nepen
  6. nepen
v.t.t.
  1. heb genepen
  2. hebt genepen
  3. heeft genepen
  4. hebben genepen
  5. hebben genepen
  6. hebben genepen
v.v.t.
  1. had genepen
  2. had genepen
  3. had genepen
  4. hadden genepen
  5. hadden genepen
  6. hadden genepen
o.t.t.t.
  1. zal nijpen
  2. zult nijpen
  3. zal nijpen
  4. zullen nijpen
  5. zullen nijpen
  6. zullen nijpen
o.v.t.t.
  1. zou nijpen
  2. zou nijpen
  3. zou nijpen
  4. zouden nijpen
  5. zouden nijpen
  6. zouden nijpen
en verder
  1. ben genepen
  2. bent genepen
  3. is genepen
  4. zijn genepen
  5. zijn genepen
  6. zijn genepen
diversen
  1. nijp!
  2. nijpt!
  3. genepen
  4. nijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nijpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
se saigner aux quatre veines pour nijpen knellen; kromliggen; strak zitten

Wiktionary Translations for nijpen:

nijpen
verb
  1. serrer fortement avec une pince, avec des tenailles ou autres instruments semblables.

nepen form of nep:

nep [de ~ (m)] nomen

  1. de nep (namaak; imitatie; nabootsing)
    la contrefaçon; l'imitation; le toc; la copie
  2. de nep (zwendelarij; bedrog; oplichterij; knoeierij)
    la fraude; le barbouillage; l'escroquerie; la tricherie; la duperie; le bousillage; le piège grossier

Translation Matrix for nep:

NounRelated TranslationsOther Translations
barbouillage bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij geklieder; geklodder; geknoei; gemors; kliederen; knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
bousillage bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij broddelwerk; gebroddel; gehannes; geklieder; geklungel; geknoei; gemodder; gestuntel; kladwerk; kliederen; knoeiboel; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
contrefaçon imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; namaak; vervalsing
copie imitatie; nabootsing; namaak; nep afschrift; copie; duplicaat; exemplaar; fotokopie; iemand nadoen; imitatie; kopie; kopij; nabootsing; navolging; teruggave; transcript; transcriptie; weergave
duperie bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bedriegerij; bedrog; leugen; leugenarij; misleiding; onechtheid; onwaarheid; oplichterij; valsheid; zwendel
escroquerie bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij afbedelen; afsmeken; aftroggelen; aftronen; bedriegerij; bedrog; fraude; gezwendel; leugen; leugenarij; malversatie; misleiding; onechtheid; onregelmatigheden; ontvreemding; onwaarheid; oplichterij; oplichting; troggelarij; valsheid; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel; zwendelarij
fraude bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bedriegerij; bedrog; falsificatie; fraude; leugenarij; malversatie; misleiding; onregelmatigheden; ontduiking; ontvreemding; oplichterij; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; vervalsing; zwendel
imitation imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; uitbeelding; verpersonificatie; vertolking; vervalsing
piège grossier bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij boerenbedrog; gezwendel; oplichterij; oplichting; zwendel; zwendelarij
toc imitatie; nabootsing; namaak; nep
tricherie bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bedriegerij; bedrog; fopperij; fraude; geknoei; gesjoemel; gespiek; leugen; leugenarij; malversatie; misleiding; onechtheid; onregelmatigheden; ontvreemding; onwaarheid; oplichterij; valsheid; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
contrefait nep; vervalst
falsifié nep; vervalst
faussé nep; vervalst verdraaid; verwrongen
imitation namaak; navolging
trafiqué nep; vervalst

Related Words for "nep":


Wiktionary Translations for nep:

nep
noun
  1. (histoire) marine|fr Les marchandises, qu’il permettre à ceux qui s’embarquaient sur un vaisseau, comme officiers, matelots, gens de l’équipage ou passagers, d’emporter avec eux, afin d’en faire commerce pour leur propre compte.
  2. (familier, fr) faux, objet prétendument ancien qui n’offre aucun caractère d’authenticité.

Cross Translation:
FromToVia
nep contrefait counterfeit — intended to deceive or carry appearance of being genuine
nep feint; falsifié; contrefait; artificiel; factice; faux fake — not real
nep bidon hokey — phony, obviously of flimsy credibility
nep faux-semblant sham — fake, imitation
nep faux; feint falschnachmachen