Dutch
Detailed Translations for niet vast from Dutch to French
niet vast:
-
niet vast (los; verschuifbaar; verplaatsbaar)
coulissant; mobile; portatif; transportable-
coulissant adj
-
mobile adj
-
portatif adj
-
transportable adj
-
-
niet vast (los)
Translation Matrix for niet vast:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mobile | beweegreden; drijfveer; motief; motivatie; reden | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
coulissant | schuif- | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
coulissant | los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar | |
détaché | los; niet vast | apart; emotieloos; gescheiden; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; los van elkaar; losgemaakt; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; separaat; zielloos |
mobile | los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar | beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar |
portatif | los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar | beweegbaar; los; mobiel; roerend; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar; verzetbaar |
transportable | los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar | beweegbaar; los; mobiel; roerend; tilbaar; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar; verzetbaar |
vastnieten:
-
vastnieten (nieten; aanhechten)
Conjugations for vastnieten:
o.t.t.
- niet vast
- niet vast
- niet vast
- nieten vast
- nieten vast
- nieten vast
o.v.t.
- niette vast
- niette vast
- niette vast
- nietten vast
- nietten vast
- nietten vast
v.t.t.
- heb vastgeniet
- hebt vastgeniet
- heeft vastgeniet
- hebben vastgeniet
- hebben vastgeniet
- hebben vastgeniet
v.v.t.
- had vastgeniet
- had vastgeniet
- had vastgeniet
- hadden vastgeniet
- hadden vastgeniet
- hadden vastgeniet
o.t.t.t.
- zal vastnieten
- zult vastnieten
- zal vastnieten
- zullen vastnieten
- zullen vastnieten
- zullen vastnieten
o.v.t.t.
- zou vastnieten
- zou vastnieten
- zou vastnieten
- zouden vastnieten
- zouden vastnieten
- zouden vastnieten
en verder
- ben vastgeniet
- bent vastgeniet
- is vastgeniet
- zijn vastgeniet
- zijn vastgeniet
- zijn vastgeniet
diversen
- niet vast!
- niet vast!
- vastgeniet
- vastnietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vastnieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
agrafer | aanhechten; nieten; vastnieten | aanhaken; aankoppelen; bevestigen; ergens aan bevestigen; inhaken; vasthaken; vastkoppelen; vastmaken; vastzetten |