Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nietigheid:
  2. nietig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nietigheid from Dutch to French

nietigheid:

nietigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de nietigheid (niet geldig zijn)
    la nullité; la caducité

Translation Matrix for nietigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
caducité niet geldig zijn; nietigheid
nullité niet geldig zijn; nietigheid achterlijke; dommerik; dwaas; flauwe grap; flauwiteit; idioot; onbenul; onbenulligheid; onnozelaar; onnozele kerel; onwetendheid; simpele ziel; stompzinnigheid

Related Words for "nietigheid":


nietig:


Translation Matrix for nietig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
futile nietig; ongeldig beuzelachtig; futiel; gering; keutelachtig; luttel; miniem; minimaal; minitueus; minste; minuscuul; niet-essentieel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinig; weinigzeggend; zeer klein
humble bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend armoedig; bescheiden; deemoedig; eenvoudig; flodderig; haveloos; knechts; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; onderworpen; ootmoedig; pover; schamel; serviel; sjofel; sjofeltjes; slaafs; van eenvoudige komaf; verlopen
humblement bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend bescheiden; eenvoudig; knechts; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; onderworpen; ootmoedig; serviel; slaafs; van eenvoudige komaf
modeste bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend bescheiden; discreet; discrete; eenvoudig; ingetogen; kies; matig; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; pretentieloos; sober; stemmig; van eenvoudige komaf
modestement bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend bescheiden; discreet; discrete; eenvoudig; ingetogen; kies; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; stemmig; van eenvoudige komaf
non valable nietig; ongeldig
nul nietig; ongeldig generhande; generlei; leeghoofdig; nihil; nul; onbenullig; onnozel; waardeloos
périmé nietig; ongeldig armoedig; flodderig; haveloos; onmodern; ouderwets; ouderwetse; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verjaard; verlopen; verouderd
qui n'a pas cours nietig; ongeldig

Related Words for "nietig":

  • nietigheid, nietiger, nietigere, nietigst, nietigste, nietige

Antonyms for "nietig":


Related Definitions for "nietig":

  1. klein en niet belangrijk1
    • ze wonen in een nietig huisje1
  2. niet geldig voor de wet1
    • het huwelijk werd nietig verklaard1

Wiktionary Translations for nietig:

nietig
adjective
  1. verwaarloosbaar klein
  2. ongeldig
    • nietignul
nietig
adjective
  1. Qui est vain ; qui n’a nulle importance.
  2. De taille réduite.
noun
  1. Personne vaniteuse.

Cross Translation:
FromToVia
nietig minuscule minute — very small
nietig petit; minuscule small — not large
nietig nul void — Having lost all legal validity