Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. omvervallen:


Dutch

Detailed Translations for omvervallen from Dutch to French

omvervallen:

omvervallen verb

  1. omvervallen (omvallen; omrollen)
    basculer; tomber; culbuter; tomber par terre
    • basculer verb (bascule, bascules, basculons, basculez, )
    • tomber verb (tombe, tombes, tombons, tombez, )
    • culbuter verb (culbute, culbutes, culbutons, culbutez, )

Translation Matrix for omvervallen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
basculer omrollen; omvallen; omvervallen buitelen; dompen; duikelen; flikkeren; kantelen; kapseizen; kelderen; kiepen; kieperen; neervallen; omkantelen; omver kiepen; omverslaan; onderuitgaan; op de grond vallen; op zijn bek gaan; over een kant vallen; ten val komen; tuimelen; vallen
culbuter omrollen; omvallen; omvervallen buitelen; duikelen; flikkeren; kelderen; kiepen; kieperen; neervallen; op de grond vallen; tuimelen; vallen
tomber omrollen; omvallen; omvervallen afdalen; afhangen; buitelen; doen neerstorten; duikelen; eraf vallen; flikkeren; hangen; kelderen; kiepen; kieperen; landen; naar beneden dalen; naar beneden donderen; naar beneden komen; naar beneden storten; naar beneden vallen; neerdalen; neerkomen; neerstorten; omlaagkomen; omlaagstorten; omlaagvallen; onderuitgaan; op de grond komen; op zijn bek gaan; ten val komen; terechtkomen; tuimelen; vallen; zakken
tomber par terre omrollen; omvallen; omvervallen neervallen; op de grond vallen