Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. onderhuren:
  2. onderhuur:


Dutch

Detailed Translations for onderhuren from Dutch to French

onderhuren:

onderhuren verb (huur onder, huurt onder, huurde onder, huurden onder, ondergehuurd)

  1. onderhuren (onderverhuren)
    sous-louer
    • sous-louer verb (sous-loue, sous-loues, sous-louons, sous-louez, )

Conjugations for onderhuren:

o.t.t.
  1. huur onder
  2. huurt onder
  3. huurt onder
  4. huren onder
  5. huren onder
  6. huren onder
o.v.t.
  1. huurde onder
  2. huurde onder
  3. huurde onder
  4. huurden onder
  5. huurden onder
  6. huurden onder
v.t.t.
  1. heb ondergehuurd
  2. hebt ondergehuurd
  3. heeft ondergehuurd
  4. hebben ondergehuurd
  5. hebben ondergehuurd
  6. hebben ondergehuurd
v.v.t.
  1. had ondergehuurd
  2. had ondergehuurd
  3. had ondergehuurd
  4. hadden ondergehuurd
  5. hadden ondergehuurd
  6. hadden ondergehuurd
o.t.t.t.
  1. zal onderhuren
  2. zult onderhuren
  3. zal onderhuren
  4. zullen onderhuren
  5. zullen onderhuren
  6. zullen onderhuren
o.v.t.t.
  1. zou onderhuren
  2. zou onderhuren
  3. zou onderhuren
  4. zouden onderhuren
  5. zouden onderhuren
  6. zouden onderhuren
diversen
  1. huur onder!
  2. huurt onder!
  3. ondergehuurd
  4. onderhurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderhuren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sous-louer onderhuren; onderverhuren

Related Words for "onderhuren":


onderhuur:

onderhuur [de ~] nomen

  1. de onderhuur (onderpacht)
    la sous-location; le gage

Translation Matrix for onderhuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
gage onderhuur; onderpacht onderpand; securiteit; waarborgsom
sous-location onderhuur; onderpacht inwoning

Related Words for "onderhuur":