Noun | Related Translations | Other Translations |
accessoire
|
|
accessoire; hulpstuk; randapparaat
|
inférieur
|
|
inferieur; mindere; onderdanige; ondergeschikte
|
subordonné
|
|
inferieur; mindere; ondergeschikte
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
facilement
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
aangenaam; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; geriefelijk; in een handomdraai; licht; lichtwegend; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; op rolletjes; rap; simpel; snel; vanzelf; vlot; vlug; zonder moeite
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
passif
|
|
aansprakelijkheid; passiva
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
accessoire
|
bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
|
bij het hoofdfeit komende; bijkomend
|
assujetti
|
knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
|
geboeid; geketend; kruiperig
|
d'esclave
|
knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
|
|
docile
|
bijkomstig; gedwee; inferieur; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
|
dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; meegaand; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
|
docilement
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; willig
|
dominé
|
gedomineerd; onderworpen
|
|
facile
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
aangenaam; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; geriefelijk; grif; grifweg; in een handomdraai; licht; lichtwegend; makkelijk; met gemak; moeiteloos; niet moeilijk; ongecompliceerd; simpel; vanzelf; vlot; zonder moeite
|
flexible
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
buigbaar; buigzaam; elastisch; flexibel; kneedbaar; lenig; meegaand; rekbaar; soepel; veerkrachtig; verend; vormbaar; wendbaar
|
humble
|
knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
|
armoedig; bescheiden; deemoedig; eenvoudig; flodderig; gering; haveloos; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onderdanig; ootmoedig; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; van eenvoudige komaf; verlopen
|
humblement
|
knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
|
bescheiden; eenvoudig; gering; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf
|
inférieur
|
bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
|
arm; benedenste; dor; gebrekkig; incapabel; incompetent; inferieur; laagstaand; laagste; minderwaardig; onbekwaam; ondermaats; onderste; ondeugdelijk; ongeschikt; schraal; slecht; tweederangs; zwak
|
maniable
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
bestuurbaar; buigbaar; buigzaam; eenvoudig te bedienen; flexibel; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; handzaam; hanteerbaar; kneedbaar; makkelijk in het gebruik; meegaand; soepel; tam; vormbaar; wendbaar
|
obéissant
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gehoorzaam; slaafs; tam; volgzaam; willig
|
passif
|
gedomineerd; onderworpen
|
apathisch; berustend; gelaten; inactief; lethargisch; lijdelijk; lijdend; lijdzaam; passief
|
résignant
|
gedomineerd; onderworpen
|
|
secondaire
|
bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
|
secondair; secundair
|
servile
|
bijkomstig; inferieur; knechts; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs
|
dienstbaar; gedienstig; kruiperig; slaafs; volgzaam
|
soumis
|
bijkomstig; gedwee; inferieur; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
|
afhankelijk; berustend; gelaten; horig; kruiperig; lijdelijk; onvrij; tam
|
soumis à
|
gedomineerd; gedwee; knechts; meegaand; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
|
|
souple
|
gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
|
buigbaar; buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lenig; meegaand; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; vormbaar; vouwbaar; wendbaar
|
subalterne
|
bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
|
afhankelijk; arm; dor; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onzelfstandig; schraal; slecht; subaltern; tweederangs; zwak
|
subordonné
|
bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
|
afhankelijk; onzelfstandig
|