Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ongeldigheid:
  2. ongeldig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ongeldigheid from Dutch to French

ongeldigheid:

ongeldigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de ongeldigheid
    la non validité

Translation Matrix for ongeldigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
non validité ongeldigheid

Related Words for "ongeldigheid":


ongeldig:


Translation Matrix for ongeldig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
non valide niet geldig; ongeldig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
futile nietig; ongeldig beuzelachtig; futiel; gering; keutelachtig; luttel; miniem; minimaal; minitueus; minste; minuscuul; niet-essentieel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinig; weinigzeggend; zeer klein
non valable nietig; ongeldig
nul nietig; ongeldig generhande; generlei; leeghoofdig; nihil; nul; onbenullig; onnozel; waardeloos
périmé nietig; ongeldig armoedig; flodderig; haveloos; onmodern; ouderwets; ouderwetse; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verjaard; verlopen; verouderd
qui n'a pas cours nietig; ongeldig

Related Words for "ongeldig":


Wiktionary Translations for ongeldig:


Cross Translation:
FromToVia
ongeldig inefficace; non valable nugatory — ineffective, invalid
ongeldig nul void — Having lost all legal validity