Dutch
Detailed Translations for ontbijt eten from Dutch to French
ontbijt eten:
-
ontbijt eten (ontbijten)
prendre le petit déjeuner; déjeuner-
déjeuner verb (déjeune, déjeunes, déjeunons, déjeunez, déjeunent, déjeunais, déjeunait, déjeunions, déjeuniez, déjeunaient, déjeunai, déjeunas, déjeuna, déjeunâmes, déjeunâtes, déjeunèrent, déjeunerai, déjeuneras, déjeunera, déjeunerons, déjeunerez, déjeuneront)
Conjugations for ontbijt eten:
o.t.t.
- eet ontbijt
- eet ontbijt
- eet ontbijt
- eten ontbijt
- eten ontbijt
- eten ontbijt
o.v.t.
- at ontbijt
- at ontbijt
- at ontbijt
- aten ontbijt
- aten ontbijt
- aten ontbijt
v.t.t.
- heb ontbijt gegeten
- hebt ontbijt gegeten
- heeft ontbijt gegeten
- hebben ontbijt gegeten
- hebben ontbijt gegeten
- hebben ontbijt gegeten
v.v.t.
- had ontbijt gegeten
- had ontbijt gegeten
- had ontbijt gegeten
- hadden ontbijt gegeten
- hadden ontbijt gegeten
- hadden ontbijt gegeten
o.t.t.t.
- zal ontbijt eten
- zult ontbijt eten
- zal ontbijt eten
- zullen ontbijt eten
- zullen ontbijt eten
- zullen ontbijt eten
o.v.t.t.
- zou ontbijt eten
- zou ontbijt eten
- zou ontbijt eten
- zouden ontbijt eten
- zouden ontbijt eten
- zouden ontbijt eten
diversen
- eet ontbijt!
- ontbijt gegeten
- ontbijt etend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontbijt eten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
déjeuner | koffiemaaltijd; lunch; lunchpakket; twaalfuurtje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
déjeuner | ontbijt eten; ontbijten | consumeren; dineren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; lunchen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tafelen; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; verorberen |
prendre le petit déjeuner | ontbijt eten; ontbijten |