Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ontdekken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontdekkend from Dutch to French

ontdekken:

ontdekken verb (ontdek, ontdekt, ontdekte, ontdekten, ontdekt)

  1. ontdekken (ontwaren; opsporen)
    découvrir; discerner
    • découvrir verb (découvre, découvres, découvrons, découvrez, )
    • discerner verb (discerne, discernes, discernons, discernez, )
  2. ontdekken (vinden)
    découvrir; trouver; apprendre
    • découvrir verb (découvre, découvres, découvrons, découvrez, )
    • trouver verb (trouve, trouves, trouvons, trouvez, )
    • apprendre verb (apprends, apprend, apprenons, apprenez, )

Conjugations for ontdekken:

o.t.t.
  1. ontdek
  2. ontdekt
  3. ontdekt
  4. ontdekken
  5. ontdekken
  6. ontdekken
o.v.t.
  1. ontdekte
  2. ontdekte
  3. ontdekte
  4. ontdekten
  5. ontdekten
  6. ontdekten
v.t.t.
  1. heb ontdekt
  2. hebt ontdekt
  3. heeft ontdekt
  4. hebben ontdekt
  5. hebben ontdekt
  6. hebben ontdekt
v.v.t.
  1. had ontdekt
  2. had ontdekt
  3. had ontdekt
  4. hadden ontdekt
  5. hadden ontdekt
  6. hadden ontdekt
o.t.t.t.
  1. zal ontdekken
  2. zult ontdekken
  3. zal ontdekken
  4. zullen ontdekken
  5. zullen ontdekken
  6. zullen ontdekken
o.v.t.t.
  1. zou ontdekken
  2. zou ontdekken
  3. zou ontdekken
  4. zouden ontdekken
  5. zouden ontdekken
  6. zouden ontdekken
en verder
  1. ben ontdekt
  2. bent ontdekt
  3. is ontdekt
  4. zijn ontdekt
  5. zijn ontdekt
  6. zijn ontdekt
diversen
  1. ontdek!
  2. ontdekt!
  3. ontdekt
  4. ontdekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontdekken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
apprendre ontdekken; vinden aanleren; aanwennen; achter komen; beschrijven; bijbrengen; doceren; eigen maken; eigenmaken; gewend raken; horen; instuderen; kennis opdoen; leerstof erin stampen; leren; mededelen; meekrijgen; meepikken; onderrichten; onderwijzen; oppikken; opsteken; te horen krijgen; uiteenzetten; verhalen; vernemen; vertellen; verwerven; zeggen
discerner ontdekken; ontwaren; opsporen aanschouwen; bekijken; een ereteken geven; gewaarworden; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; van elkaar onderscheiden; zien
découvrir ontdekken; ontwaren; opsporen; vinden achter komen; achterhalen; bloot leggen; blootleggen; lokaliseren; onthullen; ontknopen; ontmaskeren; ontmoeten; ontraadselen; ontrafelen; ontsluiten; ontwarren; openbreken; opendoen; openen; openleggen; openmaken; oplossen; opsnuffelen; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; reveleren; te weten komen; tegenkomen; traceren; treffen; uitvissen; vinden
trouver ontdekken; vinden aantreffen; achterhalen; lokaliseren; ontmoeten; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; te weten komen; tegenkomen; terecht brengen; traceren; treffen; vinden
- erachterkomen

Synonyms for "ontdekken":

  • erachterkomen

Related Definitions for "ontdekken":

  1. te weten komen hoe het is1
    • de politie ontdekte wie de dader was1

Wiktionary Translations for ontdekken:

ontdekken
verb
  1. ergens achter komen
ontdekken
Cross Translation:
FromToVia
ontdekken découvrir discover — find something for the first time
ontdekken découvrir; savoir find out — to discover

External Machine Translations: