Summary
Dutch to French: more detail...
- onthaal:
- onthalen:
-
Wiktionary:
- onthalen → accueillir, régaler
- onthalen → régaler
-
User Contributed Translations for onthaal:
- acceuil
Dutch
Detailed Translations for onthaal from Dutch to French
onthaal:
-
het onthaal (ontvangst)
Translation Matrix for onthaal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
accueil | onthaal; ontvangst | hal; ontvangkamer; ontvangstruimte; receptie; receptiekamer; salon; verwelkoming; welkom |
réception | onthaal; ontvangst | balie; borrel; counter; fraude; hal; informele receptie; instuif; malversatie; onregelmatigheden; ontvangkamer; ontvangst; ontvangstruimte; ontvreemding; oplevering; receptie; receptiekamer; salon; staande receptie; toog; toonbank; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; verwelkoming; welkom; welkomstgroeten; zwendel |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
réception | in ontvangstname |
Related Words for "onthaal":
onthaal form of onthalen:
-
onthalen (ontvangen; binnenhalen; vergasten)
accueillir; recevoir; régaler de-
accueillir verb (accueille, accueilles, accueillons, accueillez, accueillent, accueillais, accueillait, accueillions, accueilliez, accueillaient, accueillis, accueillit, accueillîmes, accueillîtes, accueillirent, accueillerai, accueilleras, accueillera, accueillerons, accueillerez, accueilleront)
-
recevoir verb (reçois, reçoit, recevons, recevez, reçoivent, recevais, recevait, recevions, receviez, recevaient, reçus, reçut, reçûmes, reçûtes, reçurent, recevrai, recevras, recevra, recevrons, recevrez, recevront)
-
régaler de verb
-
Conjugations for onthalen:
o.t.t.
- onthaal
- onthaalt
- onthaalt
- onthalen
- onthalen
- onthalen
o.v.t.
- onthaalde
- onthaalde
- onthaalde
- onthaalden
- onthaalden
- onthaalden
v.t.t.
- heb onthaald
- hebt onthaald
- heeft onthaald
- hebben onthaald
- hebben onthaald
- hebben onthaald
v.v.t.
- had onthaald
- had onthaald
- had onthaald
- hadden onthaald
- hadden onthaald
- hadden onthaald
o.t.t.t.
- zal onthalen
- zult onthalen
- zal onthalen
- zullen onthalen
- zullen onthalen
- zullen onthalen
o.v.t.t.
- zou onthalen
- zou onthalen
- zou onthalen
- zouden onthalen
- zouden onthalen
- zouden onthalen
en verder
- ben onthaald
- bent onthaald
- is onthaald
- zijn onthaald
- zijn onthaald
- zijn onthaald
diversen
- onthaal!
- onthaalt!
- onthaald
- onthalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for onthalen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
accueillir | binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten | aannemen; aanvaarden; accepteren; begroeten; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; gedag zeggen; groeten; in ontvangst nemen; koppelen; ontvangen; opvangen; van onderdak voorzien; verwelkomen; welkom heten |
recevoir | binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten | aannemen; aanvaarden; accepteren; eigen maken; iets bemachtigen; in ontvangst nemen; kopen; krijgen; ontvangen; opstrijken; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven |
régaler de | binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten | vergasten op |