Dutch
Detailed Translations for opgekikkerd from Dutch to French
opgekikkerd:
-
opgekikkerd (opgeknapt)
recalé; remis; réconforté; restauré; ragaillardi; ravivifié-
recalé adj
-
remis adj
-
réconforté adj
-
restauré adj
-
ragaillardi adj
-
ravivifié adj
-
Translation Matrix for opgekikkerd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
ragaillardi | opgekikkerd; opgeknapt | opgemonterd; opgevrolijkt |
ravivifié | opgekikkerd; opgeknapt | |
recalé | opgekikkerd; opgeknapt | |
remis | opgekikkerd; opgeknapt | gegeven; overhandigd; uitgesteld |
restauré | opgekikkerd; opgeknapt | |
réconforté | opgekikkerd; opgeknapt | opgemonterd; opgevrolijkt |
Related Words for "opgekikkerd":
opgekikkerd form of opkikkeren:
-
opkikkeren (opknappen)
se requinquer; ragaillardir; réconforter; se retaper; remonter le moral à-
se requinquer verb
-
ragaillardir verb (ragaillardis, ragaillardit, ragaillardissons, ragaillardissez, ragaillardissent, ragaillardissais, ragaillardissait, ragaillardissions, ragaillardissiez, ragaillardissaient, ragaillardîmes, ragaillardîtes, ragaillardirent, ragaillardirai, ragaillardiras, ragaillardira, ragaillardirons, ragaillardirez, ragaillardiront)
-
réconforter verb (réconforte, réconfortes, réconfortons, réconfortez, réconfortent, réconfortais, réconfortait, réconfortions, réconfortiez, réconfortaient, réconfortai, réconfortas, réconforta, réconfortâmes, réconfortâtes, réconfortèrent, réconforterai, réconforteras, réconfortera, réconforterons, réconforterez, réconforteront)
-
se retaper verb
-
remonter le moral à verb
-
Conjugations for opkikkeren:
o.t.t.
- kikker op
- kikkert op
- kikkert op
- kikkeren op
- kikkeren op
- kikkeren op
o.v.t.
- kikkerde op
- kikkerde op
- kikkerde op
- kikkerden op
- kikkerden op
- kikkerden op
v.t.t.
- ben opgekikkerd
- bent opgekikkerd
- is opgekikkerd
- zijn opgekikkerd
- zijn opgekikkerd
- zijn opgekikkerd
v.v.t.
- was opgekikkerd
- was opgekikkerd
- was opgekikkerd
- waren opgekikkerd
- waren opgekikkerd
- waren opgekikkerd
o.t.t.t.
- zal opkikkeren
- zult opkikkeren
- zal opkikkeren
- zullen opkikkeren
- zullen opkikkeren
- zullen opkikkeren
o.v.t.t.
- zou opkikkeren
- zou opkikkeren
- zou opkikkeren
- zouden opkikkeren
- zouden opkikkeren
- zouden opkikkeren
diversen
- kikker op!
- kikkert op!
- opgekikkerd
- opkikkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze