Dutch

Detailed Translations for opschudding from Dutch to French

opschudding:

opschudding [de ~ (v)] nomen

  1. de opschudding (tumult; pandemonium; heksenketel; )
    l'effervescence; l'émoi; le tumulte; le charivari; le chahut; la presse; la bousculade; le vacarme; la cohue
  2. de opschudding (sensatie; verwarring; opzien)
    la commotion; l'agitation; l'émoi; le tumulte; la sensation
  3. de opschudding (rep)
    la commotion; l'émoi

Translation Matrix for opschudding:

NounRelated TranslationsOther Translations
agitation opschudding; opzien; sensatie; verwarring agitatie; beroering; beroeringen; beweeglijkheid; gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker; gewoel; gisting; ongedurigheid; onrust; onrustigheid; oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; roerigheid; tegenstand; verzet; volksoproer; vuistgevecht; weerstand
bousculade beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult drukte; gedrang; grote menigte; hectiek; toeloop; toevloed; veel mensen
chahut beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult bende; gedruis; herrie; kabaal; lawaai; leven; opstootje; ordeverstoring; puinhoop; puinzooi; rel; rommel; rotzooi; rumoer; spektakel; troep; tumult; zooi; zootje
charivari beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult schandaaltje
cohue beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult drukte; gedrang; gedruis; groep mensen; grote menigte; hectiek; massa; menigte; rumoer; toeloop; toevloed; tumult; veel mensen
commotion opschudding; opzien; rep; sensatie; verwarring deining; ophef
effervescence beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult agitatie; beroering; gebruis; gewoel; gisting; het bruisen; ongedurigheid; onrust
presse beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult drukpers; drukte; grote menigte; krantenpers; pers; toeloop; veel mensen
sensation opschudding; opzien; sensatie; verwarring emotie; gemoedsbeweging; gevoel; gewaarwording; instinct; intuïtie; ontroering; prikkeling; sensatie; vertedering; zintuiglijke gewaarwording
tumulte beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; opzien; pandemonium; rumoer; sensatie; tumult; verwarring agitatie; beroering; drukte; gebrul; gebulder; gedruis; geharrewar; gekrijs; geluid; geschreeuw; gewoel; grote menigte; herrie; kabaal; kouwe drukte; lawaai; leven; ongedurigheid; onrust; ophef; oproer; opstand; opstootje; rel; rumoer; spektakel; toeloop; tumult; veel mensen; volksoproer; vuistgevecht
vacarme beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult drukte; gebrom; gebrul; gebulder; gedruis; gejoel; gejubel; gekrijs; geluid; gemurmel; geroezemoes; geschreeuw; herrie; kabaal; kouwe drukte; lawaai; leven; misbaar; ophef; rumoer; spektakel; tumult
émoi beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; opzien; pandemonium; rep; rumoer; sensatie; tumult; verwarring agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust
ModifierRelated TranslationsOther Translations
effervescence hard; hardop; luid