Dutch
Detailed Translations for opzoeken from Dutch to French
opzoeken:
-
opzoeken (naslaan)
chercher; consulter; s'informer-
chercher verb (cherche, cherches, cherchons, cherchez, cherchent, cherchais, cherchait, cherchions, cherchiez, cherchaient, cherchai, cherchas, chercha, cherchâmes, cherchâtes, cherchèrent, chercherai, chercheras, cherchera, chercherons, chercherez, chercheront)
-
consulter verb (consulte, consultes, consultons, consultez, consultent, consultais, consultait, consultions, consultiez, consultaient, consultai, consultas, consulta, consultâmes, consultâtes, consultèrent, consulterai, consulteras, consultera, consulterons, consulterez, consulteront)
-
s'informer verb
-
-
opzoeken (op bezoek komen; bezoeken; langskomen; voorbijkomen; inlopen; aankomen)
rendre visite; passer; rendre visite à; aller voir; fréquenter; faire une invasion; consulter; envahir; chercher; pénétrer dans; s'informer-
rendre visite verb
-
passer verb (passe, passes, passons, passez, passent, passais, passait, passions, passiez, passaient, passai, passas, passa, passâmes, passâtes, passèrent, passerai, passeras, passera, passerons, passerez, passeront)
-
rendre visite à verb
-
aller voir verb
-
fréquenter verb (fréquente, fréquentes, fréquentons, fréquentez, fréquentent, fréquentais, fréquentait, fréquentions, fréquentiez, fréquentaient, fréquentai, fréquentas, fréquenta, fréquentâmes, fréquentâtes, fréquentèrent, fréquenterai, fréquenteras, fréquentera, fréquenterons, fréquenterez, fréquenteront)
-
faire une invasion verb
-
consulter verb (consulte, consultes, consultons, consultez, consultent, consultais, consultait, consultions, consultiez, consultaient, consultai, consultas, consulta, consultâmes, consultâtes, consultèrent, consulterai, consulteras, consultera, consulterons, consulterez, consulteront)
-
envahir verb (envahis, envahit, envahissons, envahissez, envahissent, envahissais, envahissait, envahissions, envahissiez, envahissaient, envahîmes, envahîtes, envahirent, envahirai, envahiras, envahira, envahirons, envahirez, envahiront)
-
chercher verb (cherche, cherches, cherchons, cherchez, cherchent, cherchais, cherchait, cherchions, cherchiez, cherchaient, cherchai, cherchas, chercha, cherchâmes, cherchâtes, cherchèrent, chercherai, chercheras, cherchera, chercherons, chercherez, chercheront)
-
pénétrer dans verb
-
s'informer verb
-
Conjugations for opzoeken:
o.t.t.
- zoek op
- zoekt op
- zoekt op
- zoeken op
- zoeken op
- zoeken op
o.v.t.
- zocht op
- zocht op
- zocht op
- zochten op
- zochten op
- zochten op
v.t.t.
- heb opgezocht
- hebt opgezocht
- heeft opgezocht
- hebben opgezocht
- hebben opgezocht
- hebben opgezocht
v.v.t.
- had opgezocht
- had opgezocht
- had opgezocht
- hadden opgezocht
- hadden opgezocht
- hadden opgezocht
o.t.t.t.
- zal opzoeken
- zult opzoeken
- zal opzoeken
- zullen opzoeken
- zullen opzoeken
- zullen opzoeken
o.v.t.t.
- zou opzoeken
- zou opzoeken
- zou opzoeken
- zouden opzoeken
- zouden opzoeken
- zouden opzoeken
en verder
- ben opgezocht
- bent opgezocht
- is opgezocht
- zijn opgezocht
- zijn opgezocht
- zijn opgezocht
diversen
- zoek op!
- zoekt op!
- opgezocht
- opzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opzoeken:
Synonyms for "opzoeken":
Related Definitions for "opzoeken":
Wiktionary Translations for opzoeken:
opzoeken
Cross Translation:
verb
-
Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
-
plaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
-
désuet|fr aller voir quelqu’un chez lui sans séjourner.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opzoeken | → chercher | ↔ look up — to obtain information about something from a text source |
• opzoeken | → visiter | ↔ visit — to go and meet (someone) |