Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. oudheid:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oudheden from Dutch to French

oudheid:

oudheid [de ~ (v)] nomen

  1. de oudheid
    l'ancienneté; la vieillesse; l'âge

Translation Matrix for oudheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
ancienneté oudheid aantal dienstjaren; anciënniteit; mensenleeftijd; ouderdom
vieillesse oudheid bejaardheid; grijsheid; mate van grijs zijn; mensenleeftijd; ouder dan 65 jaar zijn; ouderdom
âge oudheid eeuw; honderd jaar; leeftijd; mensenleeftijd; ouderdom; ouderdom berekenen; ouderdomsrangschikking

Related Words for "oudheid":

  • oudheden, oud

Related Definitions for "oudheid":

  1. de tijd van de oude Grieken en Romeinen1
    • dat stamt nog uit de oudheid1

Wiktionary Translations for oudheid:

oudheid
adjective
  1. Qui exister depuis très longtemps.

Cross Translation:
FromToVia
oudheid Antiquité antiquity — ancient times