Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate ploegje

Translate ploegje from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

ploeg:
- équipe; groupe; cercle; sphère; gang; charrue; outil agricole
Wiktionary:
- ploeg → charrue, équipe, compagnie
- ploeg → équipage, équipe, charrue, araire, team

Dutch

Detailed Translations for ploegje from Dutch to French

ploegje form of ploeg:

ploeg [de ~] nomen

de ploeg (team; partij)
l'équipe; le groupe; le cercle; la sphère; le gang
- équipe [le ~] nomen
- groupe [le ~] nomen
- cercle [le ~] nomen
- sphère [la ~] nomen
- gang [le ~] nomen
de ploeg (landbouwwerktuig)
la charrue; l'outil agricole
- charrue [la ~] nomen
- outil agricole [le ~] nomen
de ploeg (landbouwploeg)
la charrue
- charrue [la ~] nomen

Translation Matrix for ploeg:

Noun	Related Translations	Other Translations
cercle	partij; ploeg; team	bond; broederschap; cirkel; cirkelvorm; club; genootschap; gezelschap; gilde; kring; kringel; kringvormig; omgang; omgang hebben met; orde; organisatie; ring; ronde doen; rondje; societiet; sociëteit; soos; stadionring; unie; vereniging
charrue	landbouwploeg; landbouwwerktuig; ploeg
gang	partij; ploeg; team
groupe	partij; ploeg; team	aantal personen bijeen; cluster; distributiegroep; distributielijst; factie; gezelschap; groep; groep mensen; groepering
outil agricole	landbouwwerktuig; ploeg	landbouwgereedschap
sphère	partij; ploeg; team	aarde; aardkloot; bol; bolvorm; cirkel; cirkelvorm; globe; kogelvorm; koningsappel; kring; rijksappel; sfeer
équipe	partij; ploeg; team	afdeling; departement; detachement; elf; elftal; equipe; sectie; tak; voetbalelftal
Not Specified	Related Translations	Other Translations
équipe		team

Related Words for "ploeg":

ploegen, ploegje, ploegjes

Related Definitions for "ploeg":

groep werkers of sporters¹
- deze ploeg werkt dag en nacht door¹

Wiktionary Translations for ploeg:

ploeg

noun

landbouwwerktuig
- ploeg → charrue
groep personen
- ploeg → équipe

ploeg

noun

agri|fr Terme générique par lequel on désigne les différents types d’instruments de labourage qui varier selon les pays, les époques, les techniques et les besoins.
- charrue → ploeg
réunion de plusieurs personnes assemblées pour le plaisir d’être en société.
- compagnie → compagnie; ploeg; rot; vendel; gezelschap; maatschappij; vennootschap
groupe de travailleurs attacher à un travail spécial.
- équipe → equipe; ploeg; team; afdeling; detachement

Cross Translation:

From	To	Via
• ploeg	→ équipage	↔ crew — group of people operating a large facility or piece of equipment
• ploeg	→ équipe	↔ crew — group of people working on common task
• ploeg	→ charrue; araire	↔ plough — device pulled through the ground in order to break it upon into furrows for planting
• ploeg	→ équipe	↔ side — set of opponents in a game
• ploeg	→ équipe	↔ team — group of people
• ploeg	→ team; équipe	↔ Mannschaft — Sport: Gruppe von Sportlern im gemeinsamen Wettstreit mit einer anderen Gruppe
• ploeg	→ charrue	↔ Pflug — landwirtschaftliches Gerät zum Auflockern und Wenden des Ackerbodens

¹Muiswerk Woordenboek