Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. poffen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for poften from Dutch to French

poffen:

poffen verb (pof, poft, pofte, poften, gepoft)

  1. poffen (kastanjes poffen)
    sauter
    • sauter verb (saute, sautes, sautons, sautez, )
  2. poffen (op krediet kopen)

Conjugations for poffen:

o.t.t.
  1. pof
  2. poft
  3. poft
  4. poffen
  5. poffen
  6. poffen
o.v.t.
  1. pofte
  2. pofte
  3. pofte
  4. poften
  5. poften
  6. poften
v.t.t.
  1. heb gepoft
  2. hebt gepoft
  3. heeft gepoft
  4. hebben gepoft
  5. hebben gepoft
  6. hebben gepoft
v.v.t.
  1. had gepoft
  2. had gepoft
  3. had gepoft
  4. hadden gepoft
  5. hadden gepoft
  6. hadden gepoft
o.t.t.t.
  1. zal poffen
  2. zult poffen
  3. zal poffen
  4. zullen poffen
  5. zullen poffen
  6. zullen poffen
o.v.t.t.
  1. zou poffen
  2. zou poffen
  3. zou poffen
  4. zouden poffen
  5. zouden poffen
  6. zouden poffen
en verder
  1. is gepoft
  2. zijn gepoft
diversen
  1. pof!
  2. poft!
  3. gepoft
  4. poffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for poffen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
acheter à crédit op krediet kopen; poffen op afbetaling kopen
sauter kastanjes poffen; poffen een sprongetje maken; geslachtsgemeenschap hebben; kletteren; neuken; over iets springen; overslaan; rammelen; springen; uiteenspatten; vozen
OtherRelated TranslationsOther Translations
sauter laten exploderen; opblazen

Related Words for "poffen":


Wiktionary Translations for poffen:


Cross Translation:
FromToVia
poffen rôtir; griller rösten — trockenes, fettloses Erhitzen von pflanzlichen Lebensmitteln bei etwa 300 °C

External Machine Translations: