Dutch

Detailed Translations for potte from Dutch to French

potte form of potten:

potten verb (pot, potte, potten, gepot)

  1. potten (oppotten; hamsteren; opzij leggen)
    mettre de côté; stocker; entasser; amasser; faire des réserves; séparer; accaparer; isoler; mettre à l'écart
    • stocker verb (stocke, stockes, stockons, stockez, )
    • entasser verb (entasse, entasses, entassons, entassez, )
    • amasser verb (amasse, amasses, amassons, amassez, )
    • séparer verb (sépare, sépares, séparons, séparez, )
    • accaparer verb (accapare, accapares, accaparons, accaparez, )
    • isoler verb (isole, isoles, isolons, isolez, )

Conjugations for potten:

o.t.t.
  1. pot
  2. pot
  3. pot
  4. potten
  5. potten
  6. potten
o.v.t.
  1. potte
  2. potte
  3. potte
  4. potten
  5. potten
  6. potten
v.t.t.
  1. heb gepot
  2. hebt gepot
  3. heeft gepot
  4. hebben gepot
  5. hebben gepot
  6. hebben gepot
v.v.t.
  1. had gepot
  2. had gepot
  3. had gepot
  4. hadden gepot
  5. hadden gepot
  6. hadden gepot
o.t.t.t.
  1. zal potten
  2. zult potten
  3. zal potten
  4. zullen potten
  5. zullen potten
  6. zullen potten
o.v.t.t.
  1. zou potten
  2. zou potten
  3. zou potten
  4. zouden potten
  5. zouden potten
  6. zouden potten
en verder
  1. is gepot
  2. zijn gepot
diversen
  1. pot!
  2. pot!
  3. gepot
  4. pottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

potten [het ~] nomen

  1. het potten (in potten doen)
    la mise en pot

Translation Matrix for potten:

NounRelated TranslationsOther Translations
mise en pot in potten doen; potten
VerbRelated TranslationsOther Translations
accaparer hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten inpakken; inpalmen; opkopen; overnemen
amasser hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten accumuleren; bijeen drommen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; hopen; inzamelen; op bankrekening zetten; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; opstapelen; sparen; stapelen; vergaren; verzamelen
entasser hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen; zich ophopen; zich opstapelen
faire des réserves hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
isoler hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afdichten; afscheiden; afsplitsen; afzijdig stellen; afzonderen; apart zetten; dichten; isoleren; koudebestendig maken
mettre de côté hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afzonderen; apart zetten; bewaren; isoleren; op bankrekening zetten; opbergen; opsparen; opzij leggen; opzijzetten; reserveren; sparen; voorbehouden; wegbergen; wegzetten
mettre à l'écart hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afzonderen; apart zetten; eruit laten; isoleren; reserveren; voorbehouden
stocker hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten bergen; bewaren; deponeren; opruimen; opslaan
séparer hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afbreken; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplijten; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; breken; delen; doorzijgen; filteren; filtreren; isoleren; loskoppelen; neerhalen; omverhalen; opdelen; opsplitsen; ordenen; rangeren; scheiden; schiften; separeren; slopen; sorteren; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar plaatsen; uiteengaan; uiteenplaatsen; uiteenzetten; uitsplitsen; uitzoeken; van elkaar gaan; zeven; ziften

Related Words for "potten":